Het voorrecht der vijftig-jarigen
Abraham, wiens schoot een aangename rustplaats kan zijn en wiens mosterd de pientere lieden weten te halen, kan men ook nog gewoon ‘zien’. Men behoort daartoe minstens 50 jaar te zijn. Het Nieuwe Testament vertelt, dat de Joden zich verontwaardigd afvroegen, hoe Christus nog geen 50 was en toch Abraham gezien had.