Taal’ er gaarne naar zal luisteren. Misschien zal hij er wel van schrikken! Dat is tenminste te hopen! Ja, het is heus een beetje een griezelig verhaal! We zullen onzen lezer maar gauw aan het woord laten: ‘Ik begon natuurlijk in Enschedé; daar is veel te beleven. Op de markt staat een kiosk; voor de ramen stelt een kledingzaak haar goederen ten toon. Zij schijnt er niet helemaal zeker van te zijn, dat men begrijpt wat ze bedoelt met het ophangen van verschillende artikelen en voegt er ter toelichting bij “show-etalage”.
Een bakker rijdt hier rond met zijn kar waarvoor hij als opschrift koos: “Eet beter brood!” (U begrijpt dat ik een andere bakker koos!). Iemand berichtte mij, dat haar man te E. in behandeling was bij een “specialist in rheumatische ziekten”. Ons dagblad “Tubantia” schreef dat een Nederlandse vlieger in Amerika dodelijk verongelukte; ter verduidelijking liet het blad er op volgen, dat “hij was verongelukt en daarbij om het leven gekomen”.
Toen ik van Epe over Oene naar Olst wilde rijden per fiets, waarschuwde een blauw bord met witte letters ('t zag er officiëel uit!) dat de “brug bij Oene gestremd was”. Zoiets zie je niet alle dagen; ik toog dus op weg om dat wonder te gaan zien. Jammer genoeg was de brug grotendeels verdwenen, zodat ik nog niet weet hoe het in zijn werk is gegaan.
Voor Epe, hoe mooi de omgeving ook is, moet ik U waarschuwen. Geeft de volgende mededeling, die een drogist achter zijn winkelruit had, niet te denken? “Voor 10 cent bent U van Uw vermoeide voeten af.”
Wat verder te zeggen van een adverteerder, die zegt: “Wij blijven de knoop doorhakken!”?’
Ziedaar de reiservaringen van onzen lezer. Zou niet elk taalminnend hart hierbij ineenkrimpen?