Pakkende stijl
‘Een plattegrond van Amsterdam met aangifte van de plaatsen, waar de meeste slachtoffers vielen, toont aan, dat Muntplein, Koningsplein, Leidsestraat, Leidseplein, Van Baerlestraat bij Overtoom, Rozengracht, Dam, kruising Damrak-Prins Hendrikkade en N.Z. Voorburgwal-Raadhuisstraat de grootste gevaren opleverden. Iedere Amsterdammer weet, dat het nog altijd zo is’. Op een zin als deze is geloof ik in uw blad nog nooit de aandacht gevestigd. Misschien kan dat toch wel nuttig zijn. Men leest zo dikwijls zinnen, die aan het begin nog niet de minste aanwijzing geven, waar de schrijver nu eigenlijk ‘heen’ wil. Zo deze. Pas na acht regels zien we, dat er over de genoemde verkeerspunten iets ongunstigs gezegd wordt. Het gevolg is, dat, als we dat gezien hebben, de hele zin nog weer eens over gelezen moet worden, omdat de genoemde plaatsen, vóórdat de lezer hun qualificatie kende, niet de minste indruk op hem konden maken. Dat is onhandige schrijverij. Is daar een naam voor? (Neen, daar zijn geen woorden voor te vinden. Red.)