Partijbonzen
Verscheidene lezers hebben ons over de herkomst van dit woord ingelicht. Het is afgeleid van het Japanse bonzo, een woord, dat ook in het Chinees en Birmaans een boedhistischen priester aanduidt. Zo'n priester werd beschouwd als iemand die het voor het zeggen had. Vandaar dat het woord de betekenis gekregen heeft van: iemand, die de lakens uitdeelt; iemand, die zich boven anderen verheven waant. Het woord is waarschijnlijk door de Portugezen naar Europa overgebracht. Merkwaardig genoeg wordt het woord zelden in het enkelvoud gebezigd. Een enkele maal hoort men echter het enkelvoud gebruiken, maar dan niet bonze, zoals het moet luiden, doch bons. Dit komt waarschijnlijk doordat men den oorsprong van het woord niet kent.