De oe-kwestie
(Dr) U heeft er bij herhaling op aangedrongen, dat uw lezers van hun hart geen moordkuil maken. Ik juich dit standpunt toe en heb mijn bezwaren tegen uw artikel: ‘Spelling van de oe-klank in Indonesische woorden’ in het Februari-nummer alleen daarom niet eerder te berde gebracht, omdat ik wilde afwachten of dit van meer bevoegde zijde dan de mijne zou geschieden. Nu mij daarvan niet is gebleken meen ik mijn gemoed te mogen ontlasten.
U heeft ter verdediging van uw standpunt twee argumenten. Het eerste is: ‘De spelling van het Maleis, (thans officieel genoemd “het Indonesisch”) is officieel voorgeschreven en er bestaat daarom op dit gebied geen vrijheid.’ Als er geen vrijheid is, is er dus dwang, die (volgens u) dan evengoed aanwezig zou moeten zijn ten aanzien van de spelling van het Nederlands. U heeft zich evenwel (terecht m.i.) niet aan die dwang onderworpen, zoals ook blijkt uit de laatste zin van ieder nummer van ‘Onze Taal’. Ik meen dit eerste motief om de oe-klank voortaan door het teken ‘u’ weer te geven aan (m.i. te grote) inschikkelijkheid toe te moeten schrijven.
Uw tweede argument is, dat ‘een algemeen beginsel van wetenschappelijke spelling zegt, dat één klank zoveel mogelijk door één teken (dus niet door twee tekens, n.l. oe) moet worden weergegeven’. Dit is voor een leek op taalgebied: grof geschut. Toch zal ik een poging wagen om dit te trotseren en wel door dat geschut te verbeteren en aan het ‘beginsel’ toe te voegen: wanneer althans voor de klank in de desbetreffende taal een teken bestaat.’ Ik geef toe dat dit eigenlijk van zelf spreekt. Daarom begrijp ik nog minder waarom u meent, dat de klank ‘oe’ in het nederlands door het teken ‘u’ kan worden weergegeven. De ‘u’ toch wordt in onze taal (blijkbaar niet in ‘Onze Taal’) òf lang uitgesproken als in het woord ‘ruzie’, òf kort als in het woord ‘druk’ (met enige variaties in lengte of in toon), maar nooit als ‘oe’.
Nog moet ik opmerken, dat velen en zeker de minder geletterden b.v. Bandung zullen gaan uitspreken met de korte u.
Met mij zullen zeker velen het waarderen, wanneer u zou willen terugkeren van wat ik niet anders kan inzien dan als een dwaling en daarbij het ‘officieel voorgeschrevene’ laat voor wat het waard is.
Daar mij gebleken is, dat ik lang niet de enige ben, die uw standpunt niet begrijp, heb ik er geen bezwaar tegen, dat u het bovenstaande al of niet onder mijn naam (ik stel overigens op het vermelden daarvan geen prijs) in uw orgaan opneemt.
(Mrs) U schijnt onze argumenten niet geheel te hebben begrepen. Wanneer een spelling is voorgeschreven, kan men zich daar niet aan onttrekken dan op straffe van voor zonderling te worden uitgemaakt. Wij hebben in Nederland wel litteratoren gekend, die er een eigen spelling op nahielden, b.v. Frederik van Eeden. Veel navolging hebben deze lieden niet gehad.
Nu zouden wij de spelling van ‘u’ i.p.v. ‘oe’ niet direct overnemen, wanneer deze spellingsregeling was uitgevaardigd door een willekeurige buitenlandse regering. Maar voorzover ons bekend is