al in onze dagbladen doordringen!). In zulke gevallen is het toch zeker geen misplaatste piëteit, als we het oude woord willen handhaven en als de plaatsvervanger een barbarisme blijkt te zijn, dan is het zelfs onze plicht als leden van ‘O.T.’ het verdrongen woord te propageren en voor uitsterven te behoeden. En hetzelfde geldt, als het nieuwe woord taalkundig onjuist is, zoals b.v. ‘vanaf’.
Bovendien, als we oude nummers van ‘O.T.’ opslaan, dan blijkt de redactie nimmer angst er voor te hebben gehad om woorden kunstmatig in het leven te houden; integendeel, hoe dikwijls zijn in ons blad niet terecht oude woorden aangeprezen, die weinig meer gebruikt worden, aan het ‘uitsterven’ zijn; ik herinner me dat er eens een hele reeks werd opgenomen (als ik niet in dit vacantie-oord was, zou ik de desbetreffende nummers kunnen opzoeken, want thuis staan alle jaargangen van ‘O.T.’ netjes op een rij).
‘Der langen Rede kurzer Sinn’ is: laat uitsterven uitsluitend wat ‘verouderd’ is en wat door iets beters wordt vervangen, maar houd overigens alles vast, wat goed oud Nederlands is en als het dreigt uit te sterven, tracht het dan door stelselmatig gebruik in het leven te houden. Dat is niet gemakkelijk, maar onze journalisten, radio-omroepers, sportverslaggevers en wie verder op dit gebied veel invloed hebben en het over het algemeen niet heel nauw nemen met onze taal, zijn gek op nieuwe woorden en uitdrukkingen. Hoewel de voorkeur van deze mensen evenals van het gemiddelde publiek helaas meer uitgaat naar het slechte, het onbenullige, het zouteloze (zie boven), lijkt het me toch niet onmogelijk ook weinig gebruikelijke goede, oude Nederlandse woorden en uitdrukkingen als iets schijnbaar nieuws te ‘lanceren’.
5. Er bestaat een Frans woord ‘étape’, dat woord is in het Duits verhaspeld tot ‘Etappe’. In het Nederlands ziet men het tegenwoordig overgenomen, niet uit het Frans, maar uit de tweede (de zo geliefde Duitse) hand: ‘etappe’! Dat is echter nog niet mooi genoeg; dit Duitse woord geeft men de Franse meervoudsvorm en schrijft dus niet ‘etappen’, maar ‘etappes’. Kan het gekker?
6. Uit een interview met Mr. G. Legh-Jones: ‘Niet alleen hadden de V.S. geen exportsurplus meer, maar nog meer alarmerend waren de bottlenecks op het gebied van vervoer en raffinaderij’.
7. Uit hetzelfde interview: ‘Het kort geleden verschenen rapport... werpt een somber beeld op de geweldige inspanningen, welke West-Europa moedig zal moeten doen’. Hm, ‘ideas have legs’, maar het is te hopen voor hem, dat ‘Legh’ niet deze ‘ideas’ heeft gehad!
8. In een technisch tijdschrift lees ik in een artikel over een schip, dat te water gelaten is: ‘De “Hoogkerk” is practisch geheel gelast’. Blijkbaar zijn hier uitsluitend lasnaden toegepast; dat is duidelijk, maar wat zou de schrijver met dat woord ‘practisch’ bedoelen? Zit daar een drama achter, hadden de ontwerpers bij hun theoretische beschouwingen gedacht aan klinkwerk en hebben ze daar op de werf, toen het op de practische uitvoering aankwam, stiekum alles gelast? Of heeft men hier het laswerk nu eens op een erg practische manier uitgevoerd in tegenstelling met andere werven, waar ze altijd zo onpractisch te werk gaan? Of bedoelt de schrijver het zo bij uitstek practisch te noemen, dat alles gelast is, en zou hij het onpractisch gevonden hebben, als ze een deel geklonken of gebout hadden?
De techniek stelt ons voor vele moeilijkheden, maar de Nederlandse taal nog voor meer!
9. Er liggen twee circulaires op mijn bureau, in de ene wil men mij op een expositie (‘tentoonstelling’ is zo ‘ordinair’), in de andere op een bekend Nederlands museum ‘attenderen’. Waar komt dat fraaie woord vandaan? Ik ken maar één Frans woord waarvan het kan zijn afgeleid: ‘attendre’. Wel ja, ze kunnen lang wachten, eer ik gevolg geef aan een uitnodiging, gesteld in zó slecht Nederlands!
Muller