Hardstikke.
Hij is hardstikke gek! 't Is hardstikke koud! Uitdrukkingen, die we tegenwoordig kunnen hooren, vooral bij de jeugd. Hardstikke is dan ook geen deftig woord met een hoogen hoed op; 't heeft ook geen pet, maar evenals de jeugd heelemaal geen hoofddeksel. Een afkomst heeft het echter wel. Komt het misschien van hard en stikken? Stik! is immers ook zoo'n woord zonder hoed? Inderdaad, maar 't is toch geen familie van hardstikke. Daarvoor moeten we in een andere richting zoeken. Laten we maar eens een paar varianten van dit woord bekijken: har(t)stikke, har(t)stukke, hartstikkend, hartsteken, hartsteke; bij oudere schrijvers ook: hartstik, harstig, hartsteeks. Hartsteke, daar hebben we den oorspronkelijken vorm; het is een verbogen naamval van hartsteek. Oorspronkelijk komt het woord alleen voor in verbinding met dood: hartsteke dood, vermoedelijk uit: bi hartsteke, d.i. door een hartsteek, een steek door het hart, dood; zoo dood, als iemand, die men door het hart gestoken heeft, morsdood dus. Later zag men het verband niet meer, hartsteke werd een gewoon bijwoord van graad met de beteekenis van geheel, volslagen, en zoo konden ook de bovengenoemde bijvormen ontstaan.