U vraagt en wij....
geloven, dat wij vooral nog eens moeten waarschuwen tegen het nodeloos gebruik van woorden van vreemde oorsprong als er een goed Nederlands woord bestaat. Het is wel vergeeflijk, dat wij, Nederlanders, zo gaarne zondigen op dit gebied, want wij moeten een druk verkeer onderhouden met het buitenland, maar toch is er veel aanstellerij in het gebruiken van vreemde woorden.
‘De bedoeling heeft voorgezeten’ is een poging tot verfraaiing van ‘de bedoeling was’. Men moet de dingen nooit mooier willen zeggen, wanneer zij eenvoudig gezegd toch goed klinken en de betekenis behouden. □ ‘Departementen bestaan tegenwoordig niet meer, wel ministeries’. Of de redacteur daarop wil letten. O zo. □ ‘Brandwering’ is in het geval, door ons in de jongste aflevering bedoeld, beter dan ‘brandweer’, schrijft S. van 's-Gr. Inderdaad. De minister van binnenlandse zaken kan ‘brandwering’ beter zetten (als onderwerp) boven zijn brieven, die daarover handelen, beter dan ‘brandweer’. □ In Groningen zagen wij op de transformatorhuisjes (spanningwisselhuisjes) geschilderd staan ‘hoge spanning’ en niet meer, zoals elders nog veel het geval is, ‘hoogspanning’. Bravo, Groningen, bolwerk voor onze taal aan 's lands grenzen, bravo! □ Een overigens zeer zorgvuldig man hoorden we spreken van ‘hoogbouw’ i.p.v. hoge bouw. Waarom toch? Het is maar een kwestie van wennen! □ Een lezer schrijft ons de volgende zoekkaart: ‘O.T., 18e jaargang, no. 6, blz. 27, 1e kolom, regel 7, laatste woord. Is dit niet de uit Engeland ingevoerde stoplap, die geen weldenkend Nederlander behoort te gebruiken?’ Ons antwoord is: ja. Wilt u weten, waarover het gaat? Volgt u dan eens de aanwijzingen van het zoek-kaartje? □ ‘Zich begrijpen’ bestaat niet, dus is ‘ik begrijp mij niet’ fout. Toch wordt het tegenwoordig veel gebruikt, schrijft een lezer, zelfs door Godfried Bomans in Elsevier. Wij begrijpen dat niet. □ In Utrecht bestaat een ‘Meergelijkmatige Onderlinge Waarborg Maatschappij’. Weet u wat dat is, vraagt een lezer. Neen, wij niet. Wie wel? □ Van Dale zegt: ‘het corsage’ en in de spreektaal horen we niet
anders dan ‘de corsage’. Hoe zit dat, vraagt een lezer. Ja, Van Dale is niet gezaghebbend genoeg, en wij zouden ons willen houden aan het algemene spraakgebruik van deze tijd. Maar wie weet een Nederlands woord voor corsage? □ ‘Plutonium, dat voor het eerst in 1942 in de Ver. Staten in hoeveelheid is gemaakt, komt nergens ter wereld in natuurlijke staat voor, doch kan in hoeveelheid slechts in een atoomsplijtoven worden geproduceerd’. Wat vindt u van dit ‘in hoeveelheid’? Dat is een woordovertolligheid, want als het weggelaten wordt, verandert de betekenis van de zin niet. ‘In hoeveelheid’ heeft wel een betekenis, maar die is in de rest van de zin reeds begrepen. Overigens: i.p.v. geproduceerd mag ook wel vervaardigd gebruikt worden, als men gemaakt niet twee malen wil schrijven. □ ‘Laurence Olivier stelt u voor: “Hamlet!” is een anglicisme. Hij speelt, maar stelt niet voor. Stel u voor! □ Een “Arthur Rank productie” is even erg. □ Ziehier enige staaltjes van Nederlandse taal in weekbladen gedrukt: “Dat is levensgevaarlijk voor het wezen van onze nationale luchtvaartmaatschappij, welke moet gehoorzamen aan de wetten van Amsterdam, Rotterdam en Tilburg als het te pas komt, maar die daardoor zeker niet de wet gesteld kan worden” (de Groene) en: “Deze emotionele hoedanigheid noemen wij het geweten en is de basis van ons karakter” (de Prinsenstad). Mooi zo! □ Chef immédiat’ kunnen wij niet met ‘onmiddellijke overste’ vertalen in het Nederlands; o.o. is in het Vlaams zeer gangbaar. Wij kunnen korter van chef spreken, zonder meer. Naasthogere chef is inderdaad gewrongen. □ ‘Dirigent’ kunnen wij ook niet in Nederland gebruiken, als wij een chef van een kantoor bedoelen, ‘dienstleider’ nog minder. Hier weer kort en goed chef. □
‘Bij wege van’ is ook enkel Vlaams, niet gangbaar hier. Door middel van, zeggen wij dan. □ Alleen in het Zuiden wordt een directeur wel als zodanig door zijn personeel aangesproken. Daar hebben we dat tenminste wel eens gehoord, boven de rivieren nooit. ‘Mijnheer de directeur is een vertaalde Franse hyper-beleefdheid, om niet een onparlementair woord te gebruiken. ‘Onparlementair’? Dat zegt men van uitdrukkingen of woorden, die in beschaafd gezelschap (gelijk het parlement), waar goede gebruiken in acht genomen worden, niet worden gebezigd. □ Mooie zin in een grote krant: ‘Zijn regionalisme zal het Overijselse streven zeker willen steunen, maar hij wil vooral niet door Overijsel de les gelezen worden’. Zoiets als: ‘hij wil de kop niet ingedrukt worden’. Aardig? □ Wat is het verschil tussen een newcomer en een nieuweling? Weinig. Hier kan best nieuweling gebruikt worden. □ ‘Reviseren’ komt er wel hoe langer hoe meer in. Men bedoelt dan: het nazien van alle onderdelen en het verbeteren, zonodig vervangen. Reviseren is dus een veelomvattend begrip, dat met herstellen niet voldoende wordt weergegeven, misschien met nazien. □ Iemand beveelt voor ski-lopers aan, plankjes- of latten-lopers. Hm! Wij vrezen, dat de waardige lien, die deze prachtige sport beoefenen, er niet aan zullen wennen. □ Het is niet standariseren, doch standaardiseren, inderdaad, maar wat een lelijk woord toch! De bedoeling is: ijken, of een vaste maatstaf aanleggen en volgen. □ Het gebruik van ‘betreffend’ i.p.v. ‘desbetreffend’ als bijvoegelijk naamwoord is een insluipsel, te wijten aan gemakzucht of slordigheid. Vechten maar. □ ‘Zullen we dat maar niet zo maar laten’ neen, dat gaat niet. ‘Zullen we dat zo maar niet laten’? □ Verguld zilveren niet vergulde zilveren kandelaars. En ten onzen opzichte, maar
ten opzichte van ons is minder stijf. Een omschrijving verdient vaak de voorkeur. □ ‘Opvoeren op een adreslijst?’ Afschuwelijk! In een adreslijst opnemen, of aan de adreslijst toevoegen. □ ‘Gestandaardeerde melk’ wordt door een lezer verdedigd. Waarom niet ‘geijkte melk’.