Kleuren en verven
Twee deskundigen op het gebied van kleuren en verven mengen zich in de gedachtenwisseling, in het December-nummer onder dit hoofd begonnen. De een zit er 50 jaar ‘in’, de ander 36 jaar! Wij geven dus nu het woord aan twee mannen met veel ervaring.
De heer Jan I. Keyser Jzn. schrijft: ‘Wat U ervan zegt in O.T. van Dec. is juist. Het is een onderwerp waar ik al een kleine 50 jaar “in” zit, zoodat ik er wel over durf oordeelen. Maar één gebied slaat U over: de textiel-ververij (niet: kleurerij) en daar wordt juist wèl met aniline-kleurstoffen, juist hier meestal aniline-verfstoffen, gewerkt. Het is het grootste van alle gebruiksdoeleinden voor anilines. Er zijn naast spinnerijen, weverijen, de ververijen. De stoffen gaan in een verfbad.
Kleur als znw. heeft overigens ook een andere beteekenis. Niet als de verf- of kleurstof, maar als de eigenschap om bepaalde stralen van het licht te weerkaatsen. We zeggen wel dat een dame, die wat bleek ziet, voor ze uitgaat aan haar toilettafel even wat kleur op haar wangen brengt. Of ook: bloed heeft een roode, zwavel een gele kleur. Dat is goed, maar toch oneigenlijk. Niets heeft kleur, dan alleen het licht. De stoffen hebben geen kleur, maar alleen de eigenschap alle kleuren van het licht, dat erop valt, te absorbeeren, op die eene na waarin wij de stof zien, en die te reflecteeren.
En als een stof, b.v. zinkwit, alle kleuren van het erop vallende licht reflecteert, is de stof wit. Als ze alle kleuren absorbeert, is de stof zwart.’
En de heer Dr. C.P.A. Kappelmeier schrijft: ‘Met bijzondere belangstelling heb ik op blz. 50 van het gisteren ontvangen December-nummer van “Onze Taal” Uw beschouwingen over “kleuren en verven” gelezen, temeer waar deze een gebied raken, waarop ik als scheikundige reeds sinds 36 jaar werkzaam ben, eerst in de fabricatie van teerkleurstoffen voor de textielindustrie, later in de Nederlandse lak- en verfindustrie.
Met Uw zin: “Een methode van kleurgeven, die geen laag veroorzaakt, zal men niet zo licht verven noemen,” ben ik het niet eens. Wij allen kennen immers b.v. de aanduiding “stomerij en ververij” voor firma's als Palthe, Knottenbelt, enz. Met “ververij” is hier de textielververij bedoeld, waarbij men zeker niet kan zeggen, dat het te verven materiaal daarbij wordt bedekt “met een laag pigment-met-bindmiddel”. Desnoods zou men bij verfstoffen, die uit het bad aan de vezel worden geadsorbeerd, nog kunnen spreken van de vorming van een laag op de vezel, hoewel mij dit erg gewrongen voorkomt. Zeer zeker echter geldt dit niet voor de zgn. kuipkleurstoffen, zoals indigo en de bekende indanthreenkleurstoffen, die aldus worden verwerkt,