Over Zuid-Afrika.
(Uit een brief).
‘Wanneer je ooit in Zuid-Afrika komt en je passeert een station en je leest op een bord: “Here Gentlemen”, dan ben je werkelijk verkeerd, indien je daaruit opmaakt, dat er staat: “Hier Heren”. Neen - het is een tweetalig opschrift: “Heren-Gentlemen”.
En wanneer je een uithangbord ziet, waarop staat: “Oë toets”, dan kost het enkele minuten voor je begrypt, je realiserend, dat je voor een winkel eens opticiëns staat, dat dit betekent: “Ogenonderzoek”. Maar je denkt tegelijk: “wat drommel, waarom gebruiken wij toch het Engelse “test”?” Hier heet een week-end “naweek”. Waarom niet? We hebben toch ook najaar? Hier heet een tunnel onder een spoorlijn: duikweg. Goed Nederlands of niet? Hier wordt een bak met koopwaar, door een jongen op de stationsperrons aangeboden: een pens-winkeltje genoemd, een harmonica: een pens-klavier. Wat al te realistisch? Maar...... beeldende taal!’
De Afrikaners willen een eigen taal scheppen en schuwen vreemde woorden. En wij?