Onze Taal. Jaargang 18
(1949)– [tijdschrift] Onze Taal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet kunstminnend doek.Een lezer schrijft: Blijkens een in de Staatscourant van 21 Febr. 1949, nr. 36, afgedrukt reglement bekroont ‘ter bevordering van de goede boekverzorging’ de Minister van Onderwijs enz., voortaan elk jaar ‘de best verzorgde niet-bibliofieleGa naar voetnoot1) boeken, welke in Nederland zijn vervaardigd en aldaar gedurende het voorafgaande kalenderjaar zijn uitgegeven Onder niet-bibliofiele boeken worden verstaan boeken, welke niet in het bijzonder zijn vervaardigd ten genoegen van liefhebbers van de uiterlijke vorm van het boek en welke tevens bestemd zijn voor verkoop door de boekhandelaren aan hen, die het boek om de inhoud wensen te bezitten’. ‘In plaats van de uitdrukking “boeken, niet speciaal bestemd voor bibliofielen” - aldus onze lezer - gebruikt de Minister dus de uitdrukking “niet-bibliofiele boeken”. Is dat wel juist?’ Neen, bibliofielen zijn mensen, geen boeken. En wat een woordovertolligheid in 's ministers reglement! De twee zinnen hadden tot één kunnen worden saamgetrokken. Die ene zin had kunnen zeggen; dat ‘de minister - ter bevordering van de goede verzorging van het boek - voortaan elk jaar bekroont de best verzorgde boeken, welke in Nederland zijn vervaardigd, aldaar gedurende het voorafgaande kalenderjaar zijn uitgegeven, niet in het bijzonder vervaardigd zijn ten genoegen van liefhebbers van de uiterlijke vorm van het boek en tevens bestemd zijn voor verkoop door de boekhandelaren aan hen, die het boek om de inhoud wensen te bezitten’. Dit reglement, van een minister van onderwijs afkomstig, mag toch zo niet gehandhaafd blijven? Straks volgt na de bekroning van ‘het bibliofiele boek’ nog de bekroning van ‘het kunstminnend doek’! |
|