Grap
Franck-van Wijk verklaart grap voor een woord van onbekenden oorsprong. Aangezien de beteekenis ‘grap’ van allerlei grondbeteekenissen kan uitgaan (N.B. ndl. ‘mop’, ‘bak’, ‘ui’ enz.), is de combinatie met ‘grabben’, grabbelen mogelijk. Oudnnl. ‘grapen’ (grijpen) is niet oud; waarschijnlijk naar ‘schrapen’ gevormd.
Het W.N.T. zegt ten aanzien van ons woord: Nnd. grappe, grap, met beteekenissen als: zonderling begrip, dwaze opvatting; vandaar: zotte inval, gril, kuur, en eindelijk: gekheid, aardigheid, pots, enz. Het is dus niet onwaarschijnlijk dat grap in verband staat met werkwoorden als grapen, grabben, grabbelen (die alle in hoofdzaak: grijpen beduiden); ‘eigenaardig begrip aangaande iets’ zou dan de oorspronkelijke beteekenis moeten zijn.