Ontbloten
Een lezer vestigt de aandacht op het gebruik van ‘ont-’ in woorden als: ontbloten, ontslaken en dgl. Het voorvoegsel, zegt hij, drukt hier niet uit verwijdering, of ontneming, m.a.w. het heeft hier geen ‘privatieve’ functie; maar wat drukt het dan wèl uit?
Wij hebben vroeger reeds over vormingen met -ont gehandeld, en daarbij vermeld dat bij verscheidene werkwoorden met -ont de betekenis van het voorvoegsel niet duidelijk blijkt. Wat wil ‘ontledigen’, ‘entleeren’, ‘dévider’ b.v. anders uitdrukken dan ‘ledigen’?
Ook het Latijn kent deze vormingen. Het spreekt terecht van: emedullare, ontdoen van merg (medulla), enervare, ontzenuwen, (van ‘nervus’), maar waarom spreekt het van evacuare, terwijl vacuare voldoende zou zijn?
Ons ‘ontbloten’ nu (en de overeenkomstige termen: denudare, dénuder, dénuer); noch het -ont van ons woord, noch het Latijnse ‘de’, of het Franse ‘dé’, kan bevredigend verklaard worden. Moet dit ‘-ont’ misschien slechts dienen ter versterking? Of hebben wij hier te doen met een contaminatie, een vermenging van begrippen: ontdoen van bedekking, zodat ‘blootheid’ ontstaat?