Dank zij...
‘En dan moet ik aanvangen met te vermelden, dat dank zij de oorlogsjaren 1940-1945 de gemeente hare werkzaamheden wel zeer heeft moeten uitbreiden.’
De gemeente is er natuurlijk niet dankbaar voor dat zij hare werkzaamheden heeft moeten uitbreiden; het is een last, haar op de schouders gelegd door den oorlog. En dat ‘dank zij’ is maar een uitdrukking, gedachteloos gebruikt. Men kan, ironisch sprekende, ‘dank zeggen’ voor ‘wijten’ bezigen, maar dan moet de ironische bedoeling duidelijk zijn. Gedachteloos gebruikt wordt het een hinderlijk cliché.