Potje met (slechte) pieren
Verslechteren, voor: slechter worden. Bereik, voor: gebied, sfeer of ressort. Gelding, en geldend maken, voor: geldigheid en doen gelden. Opbrengen, voor: te voorschijn roepen. Vorderen, voor: opvorderen, requireeren. Het gaat er om, voor: het is er om te doen, het betreft. Contact opnemen, voor: verbinding tot stand brengen, zich verstaan met. Front, voor: groep.
Me.