Is ‘formaat’ groot?
Iemand is ‘van formaat’. Wat wil dat zeggen, vroegen wij, dat ‘van formaat’? Groot formaat, klein formaat? ‘Natuurlijk groot formaat’, oordeelde een lezer; een staatsman van formaat, dat is een groot staatsman.
Goed, groot dan; maar waarom dan formaat zeggen als wij groot bedoelen. Te meer nu het niet eens meer zeker is dat formaat ‘groot’ is. Hoor wat de krant zegt: ‘Hij zou in elk geval een schrijver van formaat, misschien een groot schrijver zijn geworden’. ‘Formaat’ schijnt dus, als het groot moet voorstellen, niet zo heel erg groot te zijn.