Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 15 (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 15
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.78 MB)

ebook (3.06 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 15

(1946)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 56]
[p. 56]

Ik ben wezen...

In het October-nummer wordt de uitdrukking ‘ik ben wezen...’ aangeroerd. Deze merkwaardige constructie neemt in de omgangstaal een vaste, doch moeilijk te bepalen plaats in. Dergelijke zegswijzen hebben immers altijd een zeer speciale beteekenis, althans een geheel eigen nuance, die heel lastig te omschrijven is.

‘Ik ben wezen...’ is natuurlijk een soort perfectum. Terwijl echter ‘ik heb gedanst’ alleen het feit van het dansen constateert en verder niets, geeft ‘ik ben wezen dansen’ nog te kennen, dat ik buitenshuis gedanst heb en na afloop weer thuisgekomen ben.

Het staat dus dichter bij ‘ik ben uit... geweest’. Toch zijn ook hier kleine verschillen. Als Piet vertelt, dat hij uit hengelen geweest is, dan houdt dit in, dat hij van huis gegaan is met het vooropgezette plan om te gaan hengelen. Zegt hij daarentegen: ‘ik ben wezen hengelen’, dan kan het óók zijn, dat hij naar een vriendje is gegaan om te spelen en dat ze toen uit verveling maar zijn gaan hengelen. Voorts voelt men bij ‘ik ben uit wandelen geweest’ dat dit een fikse wandeling geweest moet zijn en niet maar een ‘blokje-om’. Men kan wèl zeggen: ‘ik ben even wezen wandelen’, maar in ‘ik ben even uit wandelen geweest’ steekt een hinderlijke contradictie.

Bovendien is de constructie ‘ik ben uit... geweest’ alleen te gebruiken bij intransitieve werkwoorden en nog niet eens bij alle. ‘Er was gisterenavond een prachtig vuurwerk; ben je nog wezen kijken?’, maar niet: ‘ben je nog uit kijken geweest?’ Wellicht komt dit, doordat ‘kijken’ naar de beteekenis geen echt intransitief werkwoord is.

De.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken