Ontstentenis
In No. 10 van den 15den jaargang wordt opgemerkt dat het fout is om in het geval van een in het buitenland vertoevenden minister, van diens ontstentenis te spreken. Dit zou ‘afwezigheid’ moeten zijn. Schr. zegt niet wanneer ‘ontstentenis’ dan wèl op zijn plaats is, maar blijkbaar wil hij stilzwijgend te kennen geven dat dit het geval is bij een vacature. Dus wanneer er geen minister van landbouw is.
Mag ik U er echter op wijzen dat vele statuten van naamlooze vennootschappen ‘ontstentenis van den directeur’ en een ‘vacature in de directie’ in afzonderlijke artikelen regelen. Daaruit blijkt dat in geval van ‘ontstentenis’ juist geen vacature bedoeld wordt. Met ‘ontstentenis’ wordt dan gedacht aan een situatie waarbij de Directeur door langdurige, ernstige ziekte of onbereikbaarheid wegens een langdurig doch tijdelijk verblijf in het verre buitenland, zijn normale werkzaamheden gedurende een ongebruikelijk lange periode niet kan verrichten. Is de Directeur ‘ontstent’ (- ontstend? bestaat dat woord? -) tengevolge van zijn overlijden of aftreden, dan is er een vacature en moeten aandeelhouders daarin binnen een in de Statuten voorgeschreven termijn, voorzien. Bij zijn ‘ontstentenis’ schrijven de Statuten meestal voor dat Commissarissen tijdelijk optreden of iemand uit of buiten hun midden ter vervanging van den Directeur aanwijzen.
Deelt Uwe Redactie of deelen onze lezers mijn zienswijze?
Mu.