Onze Taal. Jaargang 15
(1946)– [tijdschrift] Onze Taal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd‘Netherland(s)’Als opvolger (samen met den heer Schut te Breda) van wijlen den heer A. Broers in zijn hoedanigheid van bewerker van het Engels-Nederlands en Nederlands-Engels Woordenboek van Ten Bruggencate, zou ik graag iets zeggen naar aanleiding van het artikeltje van den heer H.J.v.P. in het Juli-nummer van Onze Taal. De vraag of in woord-groepen als the Netherland(s) Indies, the Netherland(s) Trading Company, de vorm mèt of die zonder s de ‘juiste’ is, is, zoals de meeste van zulke vragen, moeilijk te beantwoorden. Men kan zelfs betwijfelen of een buitenlander het recht heeft, over een dergelijke kwestie een oordeel te vellen. Het enige wat hij doen kan is, na te gaan, welke van de twee vormen (het is niet alleen een kwestie van ‘schrijfwijze’!) de meest gebruikelijke is; en ook deze vraag is in het onderhavige geval, zonder een statistisch onderzoek, moeilijk te beantwoorden, daar beide herhaaldelijk voorkomen. Naar analogie van Highland scenery, the Midland Bank, enz. zou men the Netherland Indies, enz. verwachten. De vorm met s is misschien te verklaren als het phonetisch equivalent van Nederlands(ch) Indië, waarin s(ch) natuurlijk geen meervouds-, maar adjectief-uitgang is; vergelijk ook Hollands gin.Ga naar voetnoot*) Verder kan erop worden gewezen dat attributieve substantiva wel doorgaans, maar niet altijd de enkelvoudsvorm hebben; vgl. Flanders lace, the United States Government. Ten slotte verlieze men niet uit het oog dat Netherland(s), met of zonder s, tot de min of meer officiële taal behoort (evenals ‘Nederlands(ch)’ bij ons), en dat, ondanks een aantal voor ons minder vleiende uitdrukkingen, Dutch het gewone woord is. Wie kennis genomen heeft van wat er in de laatste jaren in de Engelse pers en elders geschreven is over the Dutch people, zal zich zeker niet gestoten hebben aan een ‘perverted meaning’. Predicatief beschikt men natuurlijk alléén over Dutch: ‘Is this company Dutch or English?’ Groningen. Prof. Dr. R.W. ZANDVOORT. |
|