Middels
‘In ambtelijke circulaires worden regelmatig gebruikt de woorden “middels” en “zijdens”, in de beteekenis van “door middel van” en “van de zijde van”. Zij klinken mij afschuwelijk in de ooren. Die woorden zijn toch nog geen Nederlandsch, wil ik hopen?
Kunt U mij een verklaring geven van het verschijnsel, dat men zoo opvallend dikwijls geschreven vindt “tot onzen spijt”?
Waarom is het woord “vorm” in onze taal mannelijk, terwijl hetzelfde woord in het Latijn, Fransch, Duitsch en wellicht in nog meer talen vrouwelijk is?
Waarom is het functionaris, pensionaris, enz. maar functionneeren, pensionneeren? Wordt het eerste als Latijn beschouwd, en dankt het tweede zijn 2 n's aan Fransche afkomst?’
D.
§§ - Het doet ons genoegen dat inz., zelf gemeenteambtenaar, opponeert tegen de in ambtelijke kringen gebruikelijke termen ‘middels’ en ‘zijdens’; het zijn onfraaie uitdrukkingen, die wij best kunnen missen.
Inderdaad, bij functionaris en pensionaris gaan wij uit van de Latijnsche vormen; de woorden met dubbele n zijn ontleend aan het Fransch.
En nu de vraag omtrent het woordgeslacht, waarom in onze taal zus, en in een andere taal zóó. Het is moeilijk daar een afdoend antwoord op te geven. Welke overwegingen doen zich, bij ons en in andere talen, gelden bij het toekennen van het eene of het andere woordgeslacht? Een Duitsche geleerde maakte er ons eens een verwijt van dat wij in dezen blijkbaar een anderen regel volgden dan zijn taal deed; ‘die Pflicht, die Zeit, die Form, deren hohes Wesen der Deutsche nur in Frauengestalt sich denken kann, sind hier’ (t.w. in het Nederlandsch) ‘Männer; der Hof, der Pfad, aber auch der Glaube, sind hier Sachen’. Dat ‘sind hier Männer, sind hier Sachen’ klinkt al heel merkwaardig uit den mond van een taalgeleerde.
Waarom in de eene taal zus, en in een andere taal zóó? Sterker: waarom in een en dezelfde taal nu eens zus, en dan weer zoo? Fra. ‘bête’ is vrouwelijk; ons ‘beest’ was dat aanvankelijk ook (‘de beest spelen’), maar thans is het onzijdig. Waarom is postzegel meestal mannelijk, terwijl toch zegel onzijdig is? Hoe komt het dat sommige woorden twee geslachten vertoonen: school, schilderij, dood (ter dood, des doods)?
De oorzaak van zulk een wijziging van het woordgeslacht zal veelal invloed zijn van een synoniem, wijziging van bijgedachte, enz. Ook invloed van het tegengestelde kan soms een wijziging van het woordgeslacht in de hand werken. Zoo werd ‘nacht’ bij ons mannelijk, doordat ‘dag’ dit geslacht heeft; het oorspronkelijke vrouwelijke geslacht blijkt nog uit: (te) middernacht.