Verkleinwoorden
‘Kunt U mij inlichten’, aldus een lezer, ‘omtrent de juiste spelling van de verkleinwoorden van: chocolade, slede, beide, lieden, enz. Dus: chocolaadje of chocolaatje?’
Het woord ‘slede’ geeft geen moeilijkheid: sleetje; ‘beide’ geeft: (met z'n) beidjes. ‘Chocolade’ is een moeilijker woord in dezen; het verkleinwoord is natuurlijk gevormd van ‘chocola’, en niet van ‘chocolade’, en wij zien niet in waarom wij niet zouden schrijven: chocolaatje. Het staat voor ons op één lijn met laatje, zootje, sleetje, slaatje (salade!). Maar de Woordenboeken schrijven voor: chocolaadje, en daar moeten wij ons dus maar aan houden.
‘Lieden’ heeft geen verkleiningsvorm; wel ‘lui’, de populaire vorm van ‘luiden’: luitjes. Niet elk zelfst. naamwoord laat een verkleiningsvorm toe: ontzag, eerbied, bevestiging, trouw, verraad, zede, enz. enz. (dat is tal van abstracta) hebben geen diminutief.
Waarom ‘lieden’ geen verkleiningsvorm heeft, is niet moeilijk te begrijpen: dat ligt aan de deftigheid van het woord. Het is een woord uit de schrijftaal, uit de welverzorgde, de ‘deftige’ taal. Die deftigheid hangt samen met de Zuidnederlandsche afkomst van het woord (die blijkt uit de ‘ie’, tegenover de ‘uu’, ‘ui’ van het Noordnederlandsche luden, luiden). Men zal zich herinneren dat wij het daar al eens over gehad hebben: de ‘deftige’ woorden die wij uit het Zuiden hebben, uit Oostvlaanderen, Brabant en voor een deel ook uit Zeeland, - tegenover de als ‘onvoornaam’, om niet te zeggen ‘plat’, gevoelde woorden uit ons Waterlandsch-Westfriesch.
‘Lieden’ is dus ‘deftig’ en deftigheid verkleint men niet. Zetten wij die deftigheid opzij, maken wij er op zijn Hollandsch ‘luiden’ van, in de gemeenzame samentrekking: lui, dan verzet zich niets tegen een diminutief.
Zulk een samengetrokken vorm kent ‘lieden’ niet; behalve (weinig begrepen, en niet meer gevoeld) in: hullie, jullie, jelie. In het Middelnederlandsch, dat natuurlijk zeer overwegend Zuidnederlandsch is, had men wel ‘liedekine’ (kleine) menschjes, luitjes. Of de Vlamingen zoo'n ‘liedekens’ nòg hebben? Dáár zou het best kunnen, want daar is lieden natuurlijk niet ‘deftig’.
(Overigens is dat ‘lui’ en ‘-lie’ wel raar voor een meervoud: luiden, lieden!)