Per
Een paar van onze lezers zitten elkaar - op vriendschappelijke wijze dan - in de haren; over een taalvraagstuk natuurlijk, een heerlijk onderwerp om eens over van leer te trekken. Het ging over ‘per’ contra ‘met ingang van’. A. schreef dat een werkman met ingang van een bepaalden datum zal worden ontslagen, bevorderd, aangesteld of een periodieke verhooging ontvangen zal; B. gaat met dit ontslag, deze bevordering enz. geheel accoord, maar laat ze geschieden ‘per’ den bepaalden datum. En nu moeten wij zeggen wat wij daarvan denken.
Wel, ons lid de Heer Burger heeft al tegen dit ‘per’ gefulmineerd: per toeval, per vergissing, per trein, per brief, per pond; waarom niet: bij toeval, bij vergissing, met den trein, in een brief, bij het pond, of: het pond.
En ons lid Mr. Montijn dichtte in Neerlandia:
Per trein, per boot, per telefoon,
per dag, per uur of cent,
Per bode, saldo, ongeluk:
Men raakt aan ‘per’ gewend.
Per man, per stuk, per 15 Mei,
per se, per krantgerucht:
In, bij en door, op, met en voor,
't wordt per Latijn gelucht.
De handel en de wetenschap,
Zij alle zetten per ge-per
Het Nederlandsch op straat.
Hieruit zal de opmerkzame lezer kunnen opmaken hoe hoog dit ‘per’ bij onze leden genoteerd staat. Maar zijn wij het nu eens met hem, die den werkman ‘met ingang van’ een bepaalden datum wil ontslaan, bevorderen, aanstellen? Dat ontslaan, dat bevorderen, dat aanstellen strekt zich dus over een zeker tijdsverloop uit, almaar ontslaan, almaar bevorderen, almaar aanstellen? Natuurlijk niet; het ontslag, het ontslagen zijn, gaat in. Maar dat wordt niet gezegd.
Bij het ontvangen van die periodieke verhooging gaat het, tenminste als wij onder ‘verhooging’ het verhoogde bedrag willen verstaan; maar wij ontslaan, bevorderen enz. niet ‘met ingang van’ een datum, maar op dien datum.