Sporttaal.
‘Ik heb in de sport er reeds jaren naar gestreefd Nederlandsche woorden ingang te doen vinden. Men doet daarbij wonderlijke ervaringen op. Mijn naar eigen meening geslaagde voorstellen worden genegeerd, terwijl die welke ik min gelukkig acht, ingang hebben gevonden. Buiten de bezwaren welke op elk gebied gelden, komt er voor de sport bij, dat de vele weinig ontwikkelden de vreemde woorden erbarmelijk uitspreken. Kool voor goal, doel(punt); penàlty, en knockdown, knock-out (uitgesproken met duidelijk hoorbare k!) zijn hinderlijk. Ik gebruik in mijn schrifturen reeds tientallen van jaren hiervoor “neerstoot” en “eindstoot”, maar geen verslaggever heeft deze woorden overgenomen.
De Vlaamsche koehond wordt door den Waal bouvier genoemd; voor den Nederlandschen eigenaar is het dier een baufier. Zie ik op een tentoonstelling een zeer grooten, dan vraag ik aan de heeren of die een “bouw 5” zou wezen, of is het een kleine, dan een “bouw 3”. Spot immers helpt wel eens!’
To.