Gerust.
‘Men heeft er aanmerking op gemaakt, dat ik schreef “Dat kunt ge rustig doen”; het moet zijn: “Dat kunt ge gerust doen”. Ik ontken niet dat dit laatste goed is, maar ik acht mijn uitdrukking ook niet verkeerd.’ Ne. - Wij gelooven dat het beter is hier maar gerust te schrijven; de bedoeling is toch uit te drukken: dat kunt ge vrij, veilig doen, onbekommerd, onbezorgd; met de zekerheid en het vertrouwen dat het geen gevaar oplevert; en dat drukken wij immers bij voorkeur door ‘gerust’ uit. Wel is waar zal iemand, die iets gerust doet, het rustig doen. maar dit laatste zal dan het gevolg zijn van het eerste. ‘Weest gerust’ is niet hetzelfde als ‘weest rustig’!
Helaas vinden wij in dezen het W.N.T. niet aan onze zijde. Dr. R. van der Meulen, in Dl. XIII, kol. 1914, geeft als een der bett. van iets ‘rustig’ kunnen doen: iets zonder vrees voor gevaar, zonder gevaar, veilig kunnen doen, en vermeldt ten bewijze daarvan een citaat van Quack: ‘Wees daarvan verzekerd, dat... Gij veilig Uw spionnen kunt ontslaan, Gij rustig Uw lijfwachten in de kazernes kunt achterlaten en Uw galgen kunt verbranden’. Dit citaat is van 1886 en het is het eenige dat het Wb. voor deze toepassing geeft. Het komt ons echter voor, dat het voorbeeld van Quack geen navolging verdient. Als wij moeten vertalen ‘Du kannst ruhig mitkommen’, of ‘Man kann ruhig sagen, dass...’, bezigen wij zonder aarzelen gerust en niet ‘rustig’.
Stellig liggen de begrippen ‘gerust’ en ‘rustig’ dicht bij elkaar en in oude teksten vloeien zij dikwijls in elkaar over. Als Vondel lat. ‘loca turbida’ vertaalt met ‘ongeruste plaetsen’: ‘Wat ongeval jaeght u om deze... ongeruste plaetsen te bezoecken’, dan bedoelt hij wat wij thans met ‘onrustig’ uitdrukken. En als Huygens spreekt van ‘ongeruste steden’ en Cats dicht: ‘En legt niet op den rug als gy den slaep verwacht, Dat maeckt u menigmael een ongeruste nacht’, dan hebben wij hetzelfde geval.