[Nummer 3]
Oosterlingen (slot)
Divan is het Arabische diwân, uit het Perzisch gekomen, waar het zooiets als ‘register’ beteekent. Vandaar: de plaats waar de beambten die de registers houden - de mannen van den fiscus - bijeenkomen; de kanselarij, de audientiezaal, de staatsraad. Later ook bij de Arabieren: het tolkantoor, omdat ook daar registers gehouden werden. Vandaar het fransche ‘douane’. ‘Divan’ in onze beteekenis van sofa is voor de Oosterlingen een neologisme. Degenen die den ‘divan’, de vergadering bijwonen, zitten in de rondte op kussens, op een zeer groote sofa.
Elixir is Arab. el-iksîr, in de goudmakerskunst de steen der wijzen. Of het oorspronkelijk Arabisch is, wordt betwijfeld; er zou een door de Arabieren veranderd Grieksch woord achter kunnen schuilen.
Horde. In het Turksch oerdoe, kamp, daaronder begrepen al degenen die met het kamp meetrekken, zooals de kooplieden, de handwerkers enz. Vandaar gebruiken wij ‘horde’ (de h is overtollig) in den zin van: zwervende stam Tartaren of Turken, en men doet verkeerd als men het op andere volken, b.v. op de Arabieren, toepast. Het schijnt dat Voltaire, in zijn Orphelin de la Chine, ‘J'ai vu de ces brigands la horde hyperborée...’, het woord in het Fransch bekendheid heeft gegeven en waarschijnlijk is het hier eerst in gebruik gekomen toen het in Frankrijk gewoon geworden was.
Islam, eigenlijk islaam, van het werkwoord ‘aslama’, = zich overgeven, onderwerpen, namelijk aan den wil Gods. ‘Moslim’ (muslim) is daar ook een vorm van. In het Perzisch is moslimân het meervoud van dit woord, maar hetzelfde, uitgesproken als musulmân, is in die taal, evenals in het Turksch, ook een enkelvoud; vandaar fr. musulman, ons muzelman.
Karaf zal onze weergave zijn van Arab. garrâfa, oorspronkelijk blijkbaar de naam van een hydraulisch werktuig - aan het woord ligt de beteekenis van scheppen ten grondslag -; later, door de Spaansche Arabieren, gebruikt in den zin van karaf. - Koffie komt van Arab. Kahwa of Kahwé, langen tijd een van de vele namen voor wijn. De wortel beduidt: een afkeer hebben (van spijs n.l., omdat het gebruik van wijn gezegd wordt den eetlust weg te nemen). Toen men in de 15de eeuw koffie begon te drinken, paste men kahwé ook daarop toe, omdat koffie wakker houdt, een afkeer van slaap doet ontstaan.
Lak. De Arabieren en de Perzen kenden ‘lakk’, de Indiërs ‘lâksjâ’, en verstonden daaronder verschillende verfstoffen, die met elkaar de roode kleur gemeen hebben; het sap van een plant, ook de gom, de hars, van een boom.
Magazijn. Ons woord voor Arab. machzen, machazen, van het ww. chazana, bewaren: de plaats, het gebouw, waar men iets bewaart. Een betrekkelijk jong woord voor ons; Kiliaan heeft het niet. - Matras. Van Arab. matrah, afgeleid van het ww. taraha, dat ‘van zich afwerpen’ beteekent. Zoo'n matrah was niet bestemd om er op te slapen, maar om er op te zitten: men wierp het neer waar men plaats wilde nemen.