In den grond boren.
⦶ Is het niet wenschelijk de redactiën en, door hunne bemiddeling, de vertalers van oorlogsberichten, onzer, op 't stuk onzer taal (vaak maar al te) invloedrijke, ja voor velen gezaghebbende dagbladen te verzoeken hunne lezers bij het heden ten dage, helaas, schier dagelijks vereischte vermelden van het vernielen - of liever, nog duidelijker ‘vernietigen’ - van oorlogs- of koopvaardijschepen, met een talrijke bemanning en veelal kostbare lading aan boord, niet altijd en eeuwig te vergasten op de tijdens de jongste wereldoorlogen ‘voor de gelegenheid vervaardigde’ ‘vertaling’ van hd. senken met het, oogenschijnlijk zachter, onzijdiger, tot zinken brengen, - gebracht: een slappe poging tot vertaling of ‘verdietsching’ van het Duitsche senken (gesenkt), een ‘causativum’, dat in 't Nederlandsch natuurlijk evengoed naast zinken had kunnen bestaan als drenken naast drinken, ja inderdaad in 't Mnl. bestaan heeft, maar thans ‘zoogoed als uitgestorven’ is (Mnl. Wdb. VI 975)? Zouden die vertalers niet eens herinnerd mogen worden aan het nog steeds bestaan, in ‘onze taal’, vooral in de annalen onzer roemrijke zeventiendeeuwsche zeeoorlogen, van het vanouds Nederlandsche (zie Ned. Wdb. III 542 en V 930), zoo treffend juiste in den grond boren, dat op schilderachtige wijze het gewelddadig ‘boren’, hetzij door kanonnen aan scheepsboord, hetzij, heden ten dage, door onderzeesche duikbooten, met één of meer kogels, bommen of ander schiettuig van één of meer gaten in den wand van vijandelijke schepen, en het daardoor naar den ‘grond’ of bodem der zee ‘helpen’ op zooveel duidelijker, beeldrijker wijze
‘bewoordt’, onder woorden brengt?