-Heim, -heem.
Niet minder talrijk dan de namen op -dam zijn die, gevormd door achtervoeging van -heim, -heem: woonplaats, erf. Dit achtervoegsel heeft soms in den loop der tijden door den zwakken klem dien het had of kreeg, een verzwakking ondergaan: wij ontmoeten het ook in den vorm: -em, -om, -um, -en.
Den oorspronkelijken vorm treffen wij aan in Sassenheim (vestiging der Saksen) en Diepenheim (Diping-heim); als -hem (of -em) in Arnhem (Arne-heym), Doetinchem (Doetinc-hem), Gorinchem (Gorinc-hem), Hattem (Hat-heim), Ursem (Urs-heim), Woudrichem (Woudric-hem), Zelhem (Sale-haim), Zuilichem (Zuilic-hem).
Als -om en -um verschijnt ons ‘heim’ in Bennekom (Bernic-heim), Beuzekom (Beusic-, Buosink-hem), Ellekom (Ellunk-heim), Erlekom (Adelric-heim) en Hillegom (Hillinga-heim). In Beinum (Bein-hem), Bosum (Bosa-heim), Gellicum (Galling-hem), Heelsum (Heels- of Hels-heim), Heukelum (Hokel-heim), Ittersum (Ytters-heim), Leuvenum (Loeven-heim), Ootmarsum (Othmers-heim), Renkum (Redic-hem), Rossum (Roth-heim), Wilsum (Wils-heim).
Niet op het oog als ‘-heem’plaatsen herkenbaar zijn de namen op -en: Dalfsen (Dalves-hem), Emmen (Emnync-hem), Petten (Pet-hem, nog herkenbaar in: de Pettemer Zeewering), Reden (Ret-hem), Winsen (Windesheim).
Bijzonder geschikt om ons op een dwaalspoor te brengen zijn sommige namen op -dam en -dijk, of -kamp, die toch niets anders zijn dan ‘-heem’plaatsen: Didam (Theo-heim), Zeddam (Syde-hem), Odijk (Iodic-hem), Breklenkamp (Brakking-hem). Trouwens er zijn plaatsnamen die bepaald verstoppertje spelen: wie zou achter Bunnik: Bunninc-hem zoeken, of achter Wilnis: Uulis-hem. Wie zou vermoeden dat achter Doorn: Thorhem schuil gaat, en Beverwijk de heem van Benor was?
Toch is dit zoo. Deze wetenschap danken wij aan hen, die studie hebben gemaakt van onze plaatsnamen en daarbij te rade zijn gegaan met oude archiefstukken en kaarten, waarop de namen nog voorkomen in hun oorspronkelijken vorm, althans in ouder en vollediger vorm dan wij nu kennen, namen die dikwijls nog doorzichtig genoeg zijn om den etymoloog in staat te stellen hun ‘doopceel te lichten’. Het spreekt vanzelf dat plaatsnamen, elken dag door den bewoner gebruikt, in den loop der tijden aan veel vervormingen en verzwakkingen hebben blootgestaan. Ieder kan nog steeds constateeren dat tal van dorpen in den mond der bewoners een geheel anderen naam dragen dan de officieele, op de kaart vastgelegde. Wat kan er niet gebeurd zijn in tijden, toen deze remmingen op papier nog niet bestonden! Tal van plaatsen zijn eerst op papier gefixeerd, toen ze reeds tot onherkenbaar wordens toe vervormd waren.