| |
| |
| |
Van onze leden.
Lager
- De loodrechte as van een ouderwetsche karnmolen steunde indertijd in een pot en de assen liepen in kussenblokken. De vertikale as van een melkcentrifuge, een ontroomer, steunt in een bodemlager en loopt aan het boveneinde in een halslager. De leverancier van de nieuwe zuivelwerktuigen importeerde natuurlijk met de apparaten ook de vreemde woorden. Zoo kregen wij ook het woord kogellager; ik gebruik hiervoor het woord ‘kogelblok’.
| |
Apparaat
- Vooral in den eersten tijd van het bestaan van de zuivelfabrieken heetten bijna alle werktuigen of toestellen apparaten; men sprak van een verwarmings-, pasteuriseer-, koel-, schud-, karn-, meng-, ontluchtings-, meetapparaat. Dit gaf een van mijn vrienden indertijd aanleiding zijn pijp een rookapparaat te noemen.
| |
Fuus
- Van de centrifuges moet ik u nog iets vertellen. Toen, nu een 50 jaar geleden, de eerste (handkracht-)zuivelfabriekjes in Limburg werden opgericht, noemde men daar een centrifuge een fuus en die naam ging later zelfs over op het fabriekje en op de vereeniging. Boer Tienessen leverde zijn melk aan de fuus en zijn oom was voorzitter van de fuus.
| |
Verminkdrang
- ‘Quick freezing process’ vertaalt men tegenwoordig door snelvriezen. ‘Welke voordeelen biedt het bevriezen van levende producten boven het ‘snelvriezen’? aldus een vraag in een vakblad. Uit dit artikel haal ik de volgende woorden aan:
conserveermethode, voor conserveeringsmethode; vriesmethode, voor methode van bevriezing; invriesperiode, voor tijd (noodig) voor het bevriezen; bewaartemperatuur, voor temperatuur voor het bewaren of bewaringstemperatuur en ten slotte: ‘snelbevroren’ producten.
Dat lijkt mij slechtgeschreven Nederlandsch.
Wat dunkt u van de volgende woorden uit een artikel over het maken van papier? Eenzijdiggladde papieren, langzeefpapiermachine, zelfafneemmachine en rondzeefmachine.
Nog een paar mooie woorden: een wagen met massief-rubberbanden, een boerenschuur met een leemdeel, het rietdak van een boerenhofstede, verpakkingseenheden van bepaalde noemwaarde, het gewinnen van vlasvezels uit de stengels en de gewinning van wol.
Is ‘om wille van’ goed? Ik zou zeggen ‘ter wille van’.
Tot slot nog een vraag. Waarom noemt men den stamvader van het varken een zwijn? en dan nog wel een wildzwijn? Waarom heet het nuttige huisdier nu niet tamvarken of tamzwijn?
V.d.B.
| |
Waar ‘waardevol’ al niet voor dienst kan doen.
Een medelid is getroffen door het veelvuldig gebruik van het woord waardevol, ter uitdrukking van zeer onderscheiden begrippen. Ons lid heeft het gevonden met de waarde van: aanlokkelijk, aanmerkelijk, aantrekkelijk, aanzienlijk, van belang, belangrijk, belangwekkend, beste, beteekenend, van beteekenis, boeiend, dierbaar, doelmatig, doeltreffend, edel (begrip), flink, goed, gewaardeerd, gewichtig, groot, grootsch, grootscheeps, heerlijk, kapitaal (belang), kostbaar, kostelijk, juist, leidend, nuttig, onbetaalbaar, onschatbaar, rijk (aan), schitterend, sterk, stevig, uitstekend (geruststelling), veilig, verdienstelijk, verheffend, verheven, voornaam, voortreffelijk, van waarde, waardeerend, welvarend.
Het zou jammer zijn, merkt ons lid op, als al deze woorden nu in onbruik zouden moeten geraken, terwille van dat eene, vervlakkende, cliché-woord: waardevol!
| |
Reageeren.
‘Reageeren’ is: een tegenactie, een tegendaad verrichten; ingaan op. Zeggen wij nu: A reageert met B op C, dan kan dat twee beteekenissen hebben en wel: A reageert op C met behulp van B, èn: A reageert op C en het resultaat is B. De eene stof reageert op de andere.
Nu is er een misbruik van dat woord ‘reageeren’ binnengeslopen, en wel: Men reageert met de eene stof op de andere, d.w.z.: men wil door middel van de eene stof onderzoeken, of de andere stof aanwezig is, of: men wil door middel van de eene stof een reactie van de andere stof opwekken (om te zien hoeveel er van die andere stof aanwezig is). Maar dan reageert men niet; men doet reageeren. Scheikundigen schijnen dit heel gewoon te vinden, maar goed kan het toch niet zijn. Waarom zeggen zij hier niet: werken op?
| |
Negatief.
‘In een door medici opgesteld rapport lees ik van negatieve patiënten en idem (hospitaal)afdeelingen. Deze fraaie uitdrukkingen zult u wel niet willen verdedigen, denk ik.’
M-n
- Om een uitdrukking te kunnen beoordeelen moet men haar kennen, althans eenig besef hebben van wat zij beteekent, - en dat hebben wij in dit geval helaas niet. Een negatieve patiënt; een die op elke vraag een ontkennend antwoord geeft? - Wat beter vandaag? - Nee. - Dus zoowat hetzelfde? - Nee. - Wil je misschien naar huis? - Nee. - Dus liever hier blijven? - Nee. - Een negatieve patiënt, een die ‘onder nul’, ‘beneden Jan’ is, misschien? Of een die zwart is, waar hij wit moet zijn, en omgekeerd? Het blijft raden; en met die negatieve afdeeling weten wij heelemaal geen raad.
| |
| |
| |
Benoodigd.
Is ‘benoodigen’ eigenlijk wel een goed Nederlandsch woord, of hebben wij het klakkeloos uit het Duitsch overgenomen? Men zal bijna steeds lezen: het benoodigde materiaal; de benoodigde emballage; daartoe is een vergunning benoodigd. Wij kunnen beter spreken van het noodige materiaal, van een vergunning, die ergens voor noodig is.
St-g.
- Wij vinden er in het Wb. d. Ndl. Taal geen aanwijzing voor, dat ons benoodigd uit het Duitsch overgenomen zou zijn. Het schijnt bij ons al oud te zijn; Kiliaen kent het reeds, en geeft voor ‘benoodigen’ en ‘benooden’ samen: necessitate premere, necessitate compellere. ‘Benoodigen’ en ‘benooden’ zeggen wij niet meer, en de zakenman die schreef: ‘De chef van het laboratorium vindt daarin alles wat hij benoodigt’, sprak wantaal. Maar het deelwoord benoodigd heeft zich gehandhaafd. Wij hebben het gevoel dat ‘benoodigd’ bij ons meer in trek is, dan ‘benötigt’ in het Duitsch; misschien doordat het Duitsch ook ‘erforderlich’ kent: das erforderliche Packungsmaterial, die erforderliche Bewilligung.
| |
Nauwelijks.
‘Onze oude windmolens, zonder welke zich de cultuurgeschiedenis van ons land nauwelijks laat indenken.’ Een lezer betwijfelt of dit woord hier wel op zijn plaats is; wij gelooven echter dat er weinig tegen in te brengen is. In den zin van ‘juist’, of ‘net’, t.w. ter aanduiding dat iets bijna nog niet had plaats gehad, toen reeds iets anders gebeurde, zal wel niemand het woord wraken. ‘Nauwelijks er mee begonnen, gevoelde ik mij enz.’ (Fruin). Maar ook in den zin van het voorbeeld is het gebruik van nauwelijks al oud. Oorspronkelijk: met groote moeite, zóó dat de handeling waarvan sprake is, bijna was mislukt. ‘Een kleen getal ontquam 't, dat in speloncken vlood, En schuylt bij 't ongediert, daar 't nauwelycx kan duuren’ (Vondel). Het denkbeeld van bestede moeite en inspanning is thans zoogoed als verdwenen en gebleven is de gedachte aan ‘bijna niet’. ‘Ende, indien de rechtveerdige nauwelicks saligh en wort, waer sal de godtloose... verschijnen?’ (1 Petr. 4, 18). (De) Prins sliep... zoo vast, dat hy, aangestooten... met den elleboogh, nauwlyx ontwaakte’ (Hooft). ‘Zij was zich nauwlijks meer bewust wat zij zeide’ (Couperus). (Wb. d. Ndl. Taal IX, 1645).
| |
Van overal
- Een van onze dagbladen betitelt (of betitelde althans) een der dikwijls verschijnende rubrieken met: ‘Van overal’. Misschien is deze titel taalkundig te verdedigen maar voor mijn gevoel, dat ik moeilijk kan definieeren, deugt die uitdrukking niet. ‘Van heinde en ver’ of iets dergelijks zou mij volkomen bevredigen. Het begrip ‘overal’ past echter in dit geval slecht. ‘Overal’ is een bijwoord, ‘ver’ m.i. ook, al komt het mij voor, dat het niet een bijwoord is, wanneer men het gebruikt in de uitdrukking ‘van ver’ of ‘van verre’. ‘Van hier en daar’ zou mij ook bevredigen maar de gedachte, dat de berichten, welke onder die rubriek verschijnen, van ‘overal’ komen, stuit mij.
Ik zou gaarne zien, dat u mij eens liet weten, of en waarom mijn gevoelen juist is.
Gro.
- ‘Ver’ is stellig niet alleen bijwoord; het zal wel oorspronkelijk een bijw. functie vervuld hebben, maar in den loop der tijden is het toch - in onze en andere talen - daarneven bijv. nw. geworden. En ‘van ver(re)’, mnl. ‘van verren’, heeft overeenkomstige vormen in verscheidene oude talen.
En wat betreft overal, naar het gevoelen van onzen inzender deugt die uitdrukking niet, maar hij kan dit gevoel moeilijk definieeren. En toch moeten wij dat steeds trachten te doen, want anders zouden wij wel eens wat al te ver van huis kunnen geraken.
Overal, over alle plaatsen, alom, waar ook: de oorspronkelijke beteekenis. Maar zulk een oorspronkelijke beteekenis mag ons een tegenwoordig, daarvan afwijkend gebruik niet steeds doen veroordeelen. ‘Overal’ kan zeer wel gebezigd worden in zulk een verband, dat men niet denkt aan een geheele uitgestrektheid als zoodanig, maar aan een aantal verschillende punten waarop gedoeld wordt. Het Wb. d. Ndl. Taal vermeldt o.a. in zoodanig gebruik: ‘Ik kan niet overal tegelijk zijn’, dus: op die verschillende punten. Wanneer overal gevolgd wordt door ‘waar’, verliest het ook zijn beteekenis van: over alle plaatsen. ‘Overal, waar van staatswege het gebruik der moedertaal niet voorgeschreven werd’. ‘Van overal’ kan dus zeer wel dienen ter uitdrukking van ‘van alle kanten’. ‘Men steeckt van overal een keel op’ (Vondel). ‘Zij hebben stukken... van overal bijeengezocht’ (Fruin).
| |
Bestek over boord
- De oudheidkundigen doorwoelen den bodem van wat eens onze Zuiderzee was, op zoek naar overblijfselen van vroeger leven. Wij weten niet wat zij gevonden hebben, maar gevonden hebben zij blijkbaar iets, en deze vondst doet de krant vragen: ‘Gooide de zeeman in dien tijd na den maaltijd zijn bestek over boord’.
Wat kan het zijn dat onze archaeologen opgedolven hebben? Wij zijn natuurlijk niet zulke vreemdelingen in het Jeruzalem der zeevaart, dat wij niet zouden weten wat een bestek in de zeevaarttaal is: de bepaling van de gegevens, waaruit blijkt op welke plaats in zee een schip zich op een bepaald oogenblik bevindt. (Wb. d. Ndl. Taal.) Gooit men nu zulk een bestek over boord, wat vindt men er dan na een paar eeuwen van terug? Palen, wormstekige palen?
| |
| |
| |
Vreemde woordschikking.
‘Ik meen u op de hoogte te moeten stellen, dat ik verwacht een stagnatie in de leveringen.’ ‘Wij hebben het genoegen u te overhandigen een overdruk van een artikel, dat enz.’ ‘In zooverre als de uitgifte eener staatsleening daadwerkelijk fixeert het niveau der kapitaalrente.’ ‘Hiermede hebben wij het genoegen u bijgaand te doen toekomen onze uitgave, waarin enz.’
s.s.
| |
Soepel.
Is soepel een gallicisme? - Neen; soepel is uit het Fransch ontleend, maar daarom hoeven wij het nog geen gallicisme te noemen. Wij kunnen het ook niet goed meer missen, dunkt ons; hetgeen wel met meer uit andere talen overgenomen woorden het geval is. Met nieuwe ontleeningen kunnen en moeten wij echter zoo voorzichtig en spaarzaam mogelijk zijn.
De ‘barbarismen’ bestaan veel eer in tegen den aard van onze taal ingaande woordbeteekenissen, afleidingen, samenstellingen, woordverbindingen en constructies, - dan in eenvoudigweg overgenomen, ingelijfde, enkelvoudige woorden met hun eigen beteekenis.
| |
Liggen
- ‘Uw voorraad moet lager liggen dan uw staat aangeeft.’ Aldus een overheidsorgaan (een ‘centrale’). De aangever had natuurlijk vermeld dat zijn voorraad op den tweeden of derden zolder lag en de ‘centrale’ vond dat blijkbaar lastig voor den controleur; zoo'n pakhuistrap is wel eens wat steil. Dies moest de aangever dien voorraad maar naar beneden brengen!
| |
Slang
- Het is nog niet zoo lang geleden - ‘lang’ is een betrekkelijk begrip! - dat het gas in Amsterdam geleverd werd door een Engelsche maatschappij, de Imperial Continental Gas Association, kortweg de ‘Imperial’. Nadat de gemeente de gasfabricatie had overgenomen, handhaafde zich de oude naam nog een tijdlang: ‘daar is de man van de Imperial’ zeiden wij, toen er allang geen ‘Imperial’ meer was.
Met de electriciteitsvoorziening is het evenzoo gegaan; de particuliere fabriek, die de electriciteit leverde, heette ‘Electra’ en ook toen de gemeente de levering van electriciteit had overgenomen, sprak men nog van Electra. Zelfs heeft de beteekenissfeer van het woord een uitbreiding ondergaan: ‘Electra’ werd de aanduiding niet alleen van de fabricatie, maar ook - in gemeenzame taal - voor de electriciteitsvoorziening, zelfs voor den aanleg. ‘We hebben geen electra thuis’, d.w.z. ons huis heeft geen electrischen aanleg.
Dit gebruik dient o.i. tot de ‘gemeenzame’ taal beperkt te blijven; het maakt geen erg voornamen indruk als de krant spreekt van een ‘rotsdorp, zonder electra, gas, postkantoor en kranten’.
| |
In spijt van...
‘In spijt van het te kort gingen de restaurants door maaltijden op te dienen...’. Een lezer voelt in deze uitdrukking een Anglicisme: in spite of; maar het Wb. d. Ndl. Taal denkt bij deze zegswijze aan een ontleening uit het Fransch: en dépit de. (Let wel: wanneer het Wb. zegt: naar, of: ontleend aan fr., du., eng., dan bedoelt het, althans niet uitdrukkelijk, en stellig niet in alle gevallen, een afkeuring van het gebruik. Wel geeft het doorgaans de ‘goede’ Nederlandsche uitdrukkingen er bij, zooals in het onderhavige geval: in weerwil van, ondanks, en het kan geen kwaad - om het maar eens zacht te zeggen - ook aan die woorden eens de aandacht te schenken.)
| |
Aanprijzen.
‘Twee vischhandelaren, die verzuimd hadden de visch in hun étalage aan te prijzen, kregen politiebezoek.’ Deze vischhandelaren waren dus van oordeel dat hun goede waar geen krans behoefde; bedien je klanten goed, dan zullen ze je heusch wel weten te vinden, en laat het schreeuwen over aan de marktventers, die er op uit zijn de goegemeente te bedotten.
Ja, maar dat is uit den tijd; nu is het zoo, dat wie niet de groote trom roert, kans loopt achteraf te raken. En de politie deed een goed werk door onze vischhandelaren de beginselen der moderne koopmanschap bij te brengen!
| |
Vlugkokend.
Zou er enig geneesmiddel zijn tegen ‘vlugkokende’ havermout? Ik heb er eens goed op gelet, maar ben tot de conclusie gekomen, dat havermout werkelijk niet zo veel vlugger in kokende toestand geraakt dan andere dergelijke voedingsstoffen. Het is mogelijk, dat hij eerder gaar is, maar wie zal de eerste zijn, die spreekt van snelgare havermout?
j.h.d.
| |
Bestaan uit
- Mijn courant voegt aan zijn titel toe: ‘Dit nummer bestaat uit... bladzijden’. M.i. ‘bestaat’ een nummer van een courant niet uit bladzijden maar uit bladen. Dat zijn stoffelijke bestanddeelen van het stoffelijke nummer. Het woord ‘nummer’ wordt hier immers als iets stoffelijks aanduidend bedoeld en niet slechts als een rangnummer, hetwelk dat ‘nummer’ heeft ontvangen. M.i. moest de redactie aan den titel toevoegen: ‘Dit nummer telt... bladzijden’ of iets dergelijks.
Gro.
| |
Overlappen
- ‘De schootsvelden der drie schietgaten overlapten elkaar.’ Moet dat niet zijn: lapten elkaar over?
Die schoenen, Jan, zijn slecht gemaakt; die moest je maar eens over lappen.
Dat lap ik niet, zei Jan geraakt; ik hou niet erg van zulke grappen.
| |
| |
| |
Posthume eer.
De heer Pecuniosus was dood, vermoord denkelijk. ‘Nadat door de recherche foto's waren gemaakt van de situatie, waarin het lichaam was gevonden, werd de heer P. per ziekenauto naar het ziekenhuis vervoerd.’
| |
Stuk!
- Gelezen in de Nederlandsche Staatscourant van 29 Oct. no. 211:
Beschikking.... inzake calculatievoorschriften, voor kunstzijden stukgeverfde en bedrukte dameskleedingstoffen.
Meent u dat deze stoffen nog gedragen kunnen worden?
R-n
- Ja, dat hangt er van af. Als Mevrouw haar textielkaart nu voor andere dingen noodig heeft, en zij zoo'n verongelukt stofje buiten den bon kan krijgen... Als 't een flinke lap is, komt er misschien nog wel een bloesje uit; desnoods alleen een voor- en achterpand. Wij zouden het eens moeten zien.
| |
Het hart onder den riem
- Een nieuw gezichtspunt. Wij lezen in Onze Vloot:
De verklaring er van is deze: Toen er op de sloepen nog geen metalen dollen bestonden en de dollen in het sloepsboord nog geen metalen voering hadden, sleten deze sterk uit, als gevolg van den druk en de draaiende beweging der riemen. De riem geraakte dan ten laatste zoo bekneld, dat roeien schier onmogelijk werd. Er werd dan in het dolgat een nieuw hart geplaatst. Met dit hart onder den riem kon de roeier weer behoorlijk den riem hanteeren.
| |
‘Doorvoer’-perikelen
- Wegens de sterk doorgevoerde suikerrantsoeneering wordt enz.’. Het Wb. d. Ndl. Taal zegt bij ‘doorvoeren’: ‘Als een germanisme is te beschouwen het gebruik in den zin van: volledige uitvoering geven aan, consequent doorgaan met’. Wat dan? ‘Wegens het volledig uitvoering geven aan de suikerrantsoeneering enz.’? Of misschien: Wegens de sterk volgehouden...?
Zou het niet het beste zijn te zeggen: Wegens de streng volgehouden suikerrantsoeneering?
v. E.
| |
Zoowel... en
- ‘Ik ben zoowel over den groei der biggen en over de kwaliteit van het meel ten zeerste tevreden.’ Moeten wij er nu ook over tevreden zijn, dat men ons ‘zoowel’ zijn geliefde ‘als’ ontneemt? Neen, daar kunnen wij geen vrede mee hebben.
| |
Verschuivingen
- De krant sprak onlangs over: verschuivingen rond Amsterdam. Den zin overnemende, spatieerden wij het woord rond. ‘U had verschuivingen ook best kunnen spatieeren!’ schrijft een lid. Inderdaad!
|
|