Van onze leden.
Cultuur
- Een van onze leden, wiens onverflauwde zorg voor het welzijn van onze taal ons voortdurend tot steun is, vraagt de aandacht voor de in den laatsten tijd meer en meer voorkomende verbindingen met ‘cultuur-’: cultuurgoederen, cultuurwaarden, cultuuraangelegenheden, enz. Ons lid gevoelt niet veel voor deze samenstellingen: hij spreekt liever van ‘cultureele goederen’. Wat het woord cultuur zelf betreft, dit schijnt hem wel even het voorhoofd te doen fronsen, maar hij verwerpt het niet: ‘ik moet erkennen, dat het veelal niet mogelijk is een anderen term daarvoor in de plaats te stellen’.
Wij hebben hier te doen met het bekende - maar in zijn gevolgen dikwijls zoo schadelijke - verschijnsel, dat een veel gehoord en gelezen vreemd woord ons dichterbij komt te staan dan het eigene, zoodat wij in oogenblikken van verminderde denkspanning, grijpende naar het ‘ghereetste’, het vreemde in de plaats stellen van het goede Nederlandsche woord. En, eenmaal in gebruik, krijgt dit vreemde woord dan een gevoelswaarde, die wij aan het eigen woord ontzeggen.
Men zal zich herinneren hoe sterk men zich tegen ons keerde, toen wij er tegen opkwamen, dat de Regeering het woord ‘dimmen’, dit slordig anglicisme, officieel sanctionneerde. ‘Dempen’, zoo luidde het, kon bij ‘dimmen’ niet halen; de bijbeteekenis die ‘dimmen’ had - het verminderen van de lichtsterkte der lampen, maar tegelijkertijd het anders-richten van den stralenbundel - die beteekenis miste ons ‘dempen’. Alsof ons woord, in het gebruik, niet eveneens die bijbeteekenis zou hebben verkregen, een beteekenis, die het Eng. woord aanvankelijk ook miste.
Zoo is het ook gegaan met het Duitsche woord ‘Kultur’, ook weer zoo'n ‘verrijking’, te ‘danken’ ook al weer aan onze journalisten. Ons woord is beschaving, en daarmee kunnen wij het even goed doen als de reeks van eerbiedwaardige voorbeelden, wier taalgebruik het Wb. der Nederl. Taal daarvoor aanhaalt. Het Land van Rembrandt, Studiën over de Noord-Nederlandsche Beschaving van Busken Huët: zou Cultuur hier soms beter klinken, en beter zijn? - De fijne literator Geel kon het er mee doen, maar ons was het te min. - Hadden wij, naäpers van het buitenland, met onze leeghoofdige dikdoenerij, niet te onzaliger ure dit ‘cultuur’ met zoo'n zielsgenoegen aangenomen, dan was beschaving nu een term, alle nuances omvattende, die het Hd. Kultur heeft, en onze tijd behoeft. En dan met een karakteristiek Nederlandschen oorsprong en gevoelstoon. Bovendien sluit daar het adj. beschaafd prachtig bij aan. ‘De beschaafde volken’: is dat niet, voor een Nederlander, beter dan: ‘de cultuurvolken’? Het Nederlandsch had trouwens dit woord sinds lang in heel andere beteekenis (denk aan de regels van De Vries!): de Oostindische cultures, de bananen-cultuur, het Cultuurstelsel. En laat ons bedenken dat ons ‘beschaafd’ eerst meer individueel schijnt gebruikt, en pas daarna voor groote gemeenschappen en volken (een beschaafd man, beschaafd gezelschap, de beschaafde standen, de beschaafde wereld); de daarmee gepaard gaande uitbreiding der beteekenis maakte de overneming van het Hd. Kultur geheel overbodig.
Het woord ‘cultuur’ (Hd. Kultur) is nòch voor onze taal, nòch voor het Duitsch een verrijking geweest. Engel, in zijn ‘Verdeutschungsbuch’, noemt het een ‘jetzt missbrauchtes Schwammwort, das jeden entsprechenden Deutschen Ausdruck so verdrängt hat, dass es zum Gespött unserer Feinde geworden ist’. Engel wil ‘Bildung’ daarvoor weer invoeren; zooals wij ons ‘beschaving’.