[Nummer 5]
Taalzorg.
In een weekbericht van de Radio-Volksuniversiteit Holland vinden wij de volgende correspondentie. Een abonné schrijft: In de Syllabus van 26 Januari schrijft U op de laatste bladzijde, ‘op verzoek van meerdere abonné's, ‘ontelbare grootere en kleinere meren’. Zijn de woorden ‘meerdere’, ‘grootere’, ‘kleinere’, taalkundig juist? In dagbladen en tijdschriften komen ze veelvuldig voor en worden zij bij ons in de zaak ook geschreven. Ik haal ze echter steeds door en laat brieven of drukwerken veranderen. De typisten beroepen er zich echter steeds op, dat dezelfde woorden in het algemeen worden gebruikt. Ben ik misschien in dit opzicht wat ouderwets en ga ik niet met mijn tijd mee?
De Redactie van het Weekbericht antwoordt daarop:
Inderdaad; de uitdrukking ‘meerdere abonné's’ is taalkundig onjuist. Ze had moeten luiden: verscheidene of vele abonné's. We spreken hier van een germanisme, d.i. een fout in het taalgebruik, ontstaan onder invloed van het Hoogduitsch. Het Duitsche woord mehrere beteekent: verscheidene, vele. Men treft dit germanisme zelfs aan voor een enkelvoudig zelfstandig naamwoord, b.v. in: meerdere vrijheid. In dit geval zegge men: grootere vrijheid of meer vrijheid. Ook het goede woord meermalen wordt vaak verknoeid tot: meerdere malen. Door het gebruiken van dergelijke germanismen verknoeit en verarmt men zijn taal; laat men liever een keus doen uit de groote verscheidenheid: vele, verschillende, verscheidene, enkele, eenige, vrijwat, een zeker aantal!
De zinsnede: ‘grootere en kleinere meren’ lijkt ons echter volkomen juist. Hier wordt immers vergeleken! De inzender meent waarschijnlijk, dat ‘groote en kleine meren’ hier beter op hun plaats zijn, maar hij bedenke, dat we bij sommige bijvoeglijke naamwoorden den comparatief (vergrootenden trap) gebruiken, ook als er eigenlijk van vergelijking geen sprake meer is. We spreken van Hooger Onderwijs zonder aan het Lager Onderwijs te denken, van de hoogere standen, zonder dat we ons van de vergelijking met lagere standen bewust zijn! Het woord hooger staat hier in de plaats van hoog (de positief of stellende trap). Vergelijk ook: aan de betere hand zijn, de jongeren van Jezus, minderen (soldaten).
Het is echter verkeerd, al weer in navolging van het Duitsch, in het wilde weg dergelijke verzwakte comparatieven te maken. Men spreke dus niet van: ‘in alle betere winkels’, ‘gevraagd voor lichtere huiselijke bezigheden’, ‘enkele kleinere partijen’, maar van: ‘in alle goede of flinke zaken’, ‘gevraagd voor vrij of betrekkelijk lichte bezigheden’, ‘tamelijk kleine partijen’.
De heer H., wien de zuiverheid van onze moedertaal blijkbaar ter harte gaat, veroorlove ons ten slotte, ook hem op een onjuistheid in zijn stijl te wijzen.
De zin: ‘In dagbladen en tijdschriften komen ze veelvuldig voor en worden ze bij ons in de zaak ook geschreven’, is verkeerd geconstrueerd. Deze samengestelde zin bestaat uit twee enkelvoudige zinnen, nl.: ‘In dagbladen en tijdschriften komen ze veelvuldig voor’ en ‘en worden ze bij ons in de zaak ook geschreven’. De eerste zin is goed: doordat hij begint met de bepaling ‘in dagbladen en tijdschriften’ komt het onderwerp (ze) achter het gezegde (komen) te staan. We noemen dit inversie of omkeering. Deze bepaling behoort echter niet bij den tweeden enkelvoudigen zin; hier past dus de normale volgorde: onderwerp (ze), gezegde (worden geschreven) en deze zin moet dus luiden: ‘en ze worden bij ons in de zaak ook geschreven.’