Over de vierde-naamvals-‘n’.
Een van onze leden heeft meenen op te merken, dat dikwijls, o.a. in de dagbladen, verwarring heerscht ten aanzien van den naamval, waarin een woord geplaatst moet worden; dat mnl. woorden b.v. menigmaal een ‘n’ krijgen, die hun niet toekomt.
Als voorbeeld haalt ons lid aan: ‘De heer X. werd benoemd tot burgemeester van Y., omdat hij voor die functie den meest geschikten candidaat werd geacht.’ - ‘De Russische invasie in Finland beteekent den terugkeer tot... enz.’ Wij weten niet, of het euvel, dat ons lid aanwijst, geregeld voorkomt; het zou kunnen duiden op een denkfout. Althans wat het eerste voorbeeld aangaat; bij eenig nadenken zal men tot de slotsom komen, dat men hier moet schrijven: de meest geschikte candidaat werd geacht.
Anders evenwel staat het met het tweede voorbeeld; daarbij is: ‘beteekent den terugkeer’ heel stellig goed. Wij moeten bedenken, dat de logische grammatica niet altijd overeenstemt met de psychologische. ‘Beteekenen’ gaat hier namelijk lijken op een koppelwerkwoord en daardoor krijgt een schrijver de neiging ‘terugkeer’ als een nominatief op te vatten.
Iets dergelijks hebben wij bij ‘den baas spelen’ en in het Duitsch b.v. bij ‘es gibt’ (‘es gibt einen König, der...’). In zulke gevallen zal het gebruik van een nominatief wel eens kunnen voorkomen en dat zou vergeeflijk zijn. Paul zegt in zijn ‘Deutsches Wörterbuch’ dat in vele Duitsche dialecten zulk een objectsaccusatief bij ‘geben’ tot het grammaticale subject wordt gemaakt, b.v. ‘es geben viele nüsse’.
De school weert natuurlijk zulke constructies uit de schrijftaal.