| |
Van onze leden.
Schoonheidsfout
- Een lid vraagt om een goede vertaling van het Duitsche woord ‘Schönheitsfehler’. ‘De auteur van een bij ons in bewerking zijnde uitgave op het gebied van schoonheidsverzorging kan hiervoor geen goede Nederlandsche vertaling vinden en wilde “Schönheitsfehler” onvertaald overnemen. Het woord schoonheidsfout achtte hij niet bevredigend en hij meende, dat deze letterlijke vertaling als germanisme beschouwd moet worden. Wat is Uw meening hierover? We hebben nog gedacht aan het woord schoonheidsfeilen.’
‘Schoonheidsfout’ lijkt ons inderdaad een te letterlijke vertaling van het Duitsche woord en dit bezwaar drukt o.i. eveneens op het door ons lid geopperde woord schoonheidsfeil.
Voor zoover wij weten wordt in werken als door ons lid bedoeld doorgaans het Duitsche woord gebezigd en dan tusschen aanhalingsteekens geplaatst. Misschien zou in den context soms ook het enkelvoudige fout, of tekort, of gebrek wel passen.
In het algemeen zouden wij er voor zijn ‘Schönheitsfehler’ te vernederlandschen met aesthetische fout, d.i. een fout tegen de eischen der schoonheidsleer. ‘Aesthetisch’ kan nl. allerlei betrekkingen tot het znw. aesthetica uitdrukken en behoeft volstrekt niet altijd ‘schoon, fraai of sierlijk’ te beteekenen. Men vermijdt bovendien op deze manier de samenstelling, die immers vaak minder Nederlandsch is dan een uitdrukking die bestaat uit een bnw. en een znw.
| |
Regelmatig
- De Mij X te Amsterdam schrijft aan een Nederlandsen belanghebbende in Urbitanië:
‘...... wij hebben dit artikel vroeger regelmatig geëxporteerd naar Urbitanië, maar nu wil het er niet meer in.......’
De Nederlandse belanghebbende kon hieruit opmaken dat de maatschappij het artikel regelmatig (dus: correct, zonder onregelmatigheden) had geëxporteerd. De mededeling als zodanig was echter niet van groot belang. Wij beginnen niet te veronderstellen dat een exporteur onregelmatigheden pleegt in zijn zaken. Wèl was het van belang geweest te weten of de Mij X het artikel geregeld, dus verschillende keren en met min of meer gelijke tussenpozen, had geëxporteerd.
G-n.
| |
Toeslag
- De Wagons-Lits vraagt voor haar accomodatie in den Edelweiss een zekere bijbetaling; zij geeft daartegen een biljetje af, dat in het Fransch door haar genoemd wordt ‘Coupon de Supplément’ en in het Nederlandsch ‘toeslagbiljet’. Het zou beter zijn, oordeelt een lid, hiervoor het woord bijslag (of supplement) te bezigen.
| |
| |
| |
Kanons
- Een van onze leden heeft er zich over verwonderd, dat sommige landgenooten den meervoudsvorm van ‘kanon’ maken door aanhechting van een s, in plaats van (n)en.
Voor zoover wij weten, zijn het de militairen, die den vorm ‘kanons’ bezigen; wij mogen dezen vorm dus beschouwen als behoorende tot de vaktaal. De meervoudsvorm ‘kanons’ zal dateeren uit den tijd, toen het woord nog een sterk Franschen klank had; in de legertaal zijn nog vele oude vormen te vinden.
Ons lid de heer M.P. Kokje deelt ons mede dat, voor zoover hem bekend, de meervoudsvorm kanons alleen gebruikelijk is bij de Marine. Bij de landmacht wordt gesproken van ‘vuurmonden’ of ‘stukken geschut’ en slechts bij uitzondering gebruikt men het meervoud van het woord ‘kanon’, en dan zegt men niet ‘kanons’, maar ‘kanonnen’.
| |
Eenduidig
- Kent U - vraagt een lid - een goed Nederlandsch woord ter vervanging van eenduidig? Ons lid zegt dat dit woord in technische kringen zeer veel wordt gebruikt om aan te geven, dat bijv. een vraagstuk slechts één oplossing heeft, of dat een bepaalde mededeeling slechts op één manier kan worden uitgelegd. Een enkel woord, dat ‘eenduidig’ kan vervangen en dat zelf in beteekenis ook ‘eenduidig’ is, bestaat, naar ons lid meent, niet.
Kunnen onze leden hun medelid aan zulk een woord helpen? Het zou kunnen; maar zoo niet, dan zouden wij het ook al niet erg vinden; dan omschrijven wij het begrip maar. Er schuilt een zeker gevaar in het streven, om elk begrip, dat in een vreemde taal met één woord wordt aangeduid, ook in onze taal met één woord weer te geven!
| |
Klipvisch
- ‘Houdt U van klipvisch? Ik heb liever stokvisch. Een correspondent uit Noorwegen vertelde dat men daar klipvisch eet.’ Aldus een lid, dat natuurlijk niet bedoelt te informeeren naar onze culinaire voorkeur, maar listiglijk het eerste woord wil brandmerken als een onjuisten vorm van het tweede. Ten onrechte evenwel, met klipvisch wordt iets anders bedoeld dan stokvisch. Beide zijn gedroogde visch: klipvisch is gezouten en op de klippen te drogen gelegde kabeljauw (of schelvisch); niet-gezouten kabeljauw, aan stokken gestoken en te drogen gehangen, geeft stokvisch. Uitgesneden, gezouten en ingekuipte kabeljauw kennen wij als zoutevisch.
| |
Dezerzijdsche goede wil
- ‘... een samenloop van omstandigheden..., die niet aan een gebrek aan dezerzijdschen goeden wil moet worden toegeschreven.’ (Memorie van antwoord van den Minister van Buitenlandsche Zaken). 't Mag, maar 't most niet magge!
| |
Het licht zien
- ‘Het Staatsbedrijf verscheen met een postkoetsje, dat omstreeks 1890 in gebruik was en met het Auto-postkantoor, hetwelk in 1939 het licht zag.’ Wat dunkt U van een auto, die ‘het licht zag’?
Wat dunkt ons lid van een ‘boek, dat het licht zag’? Toch geen ongewone uitdrukking! Wij lazen eens van zes poesjes, die op Kerstavond ‘das Licht der Welt erblickten’. Ten eerste was het bij deze blijde gebeurtenis, die in een tuinhuis plaats had, pikdonker en viel er dus niets te ‘erblicken’; het ‘Licht der Welt’ stond aan den anderen kant. En bovendien waren de mormeltjes bij hun geboorte zoo blind als mollen.
Wij moeten niet àl te precies zijn!
| |
Gauleiter
- In Duitschland heeft men tegenwoordig dezen titel en als zooveel vreemde titels doen wij maar het beste ook deze onvertaald te laten; en niet, zooals de krant doet, spreken van ‘gauleider’ (‘gauwleider’!) Forster. Wij kennen gouw (niet: gauw!) als historischen term; de deelen van het rijk der Frankische vorsten werden aldus aangeduid. Wij vinden het woord bewaard in: Oostergoo, Henegouwen, Wolvega, het Gooi. In Vlaamsch België bestaat bij sommigen het streven om ‘gouw’ in de plaats van ‘provincie’ te stellen; ‘gouverneur’ wordt dan ‘gouwgraaf’.
| |
Volwaardige arbeidskrachten
- Een vereeniging tot hulpbetoon aan blinden tracht dezen op te leiden tot, naar zij dat noemt, ‘volwaardige arbeidskrachten’. Laat men voor ‘volwaardig’ - dat een leelijk germanisme is - zeggen: volslagen, volslagen geschikt; en dan zou men dat ‘arbeidskrachten’ met voordeel kunnen vervangen door ‘werkers’. ‘Volslagen (geschikte) werkers’.
| |
Snoer
- Een van onze leden heeft van een bekende draad- en kabelfabriek een circulaire gekregen, waarin gesproken wordt over ‘telefoonsnoer’ en hij vraagt zich nu af, of wij niet beter zouden doen met hier te spreken van ‘telefoonkoord’.
Inderdaad gebruikt de Gemeentelijke Telefoondienst dezen term, maar wij zouden denken dat ‘snoer’ even goede rechten heeft. Het Wdb. (XIV, 2388) zegt: Snoer. Omsponnen draad of samengevoegde draden eener electrische geleiding.
| |
Natuurlijke plicht
- ‘Dankbaarheid is, zegt een spreekwoord, een natuurlijke plicht; maar dan een, waaraan de meesten zich onttrekken; allerminst een vanzelfsheid.’
Wij kennen nog een natuurlijken plicht, en daaraan onttrekken zich velen helaas ook: de zorg voor de taal. Toch ook eigenlijk een vanzelfsh...!
| |
| |
| |
Drietonig
- De Zwitsersche autoriteiten zeggen ons wat wij hebben te doen als het ‘drietonig’ signaal van den postauto weerklinkt; voor ‘drietonig’, merkt een lid op, moesten wij maar zeggen: ‘in drie tonen’.
Ja, wij hebben ook een hekel aan al die vormingen met -ig, maar de eerlijkheid gebiedt ons te erkennen, dat zij in het Nederlandsch niet ‘fout’ zijn; onze Raad noemt vormingen als: achtklassig, veertigurig ‘gewoon’, even gewoon als vierwielig. Trouwens, als de Zwitsersche autoriteiten ons willen vertellen, dat wij met onzen wagen moeten wegkruipen, als het drietonig signaal van den postauto weerklinkt, dan zou het vreemd zijn als zij zouden zeggen: het signaal in drie tonen. De beteekenis van de beide uitdrukkingen is ook niet dezelfde. Het ‘drietonige’ signaal wil zeggen: het bekende signaal van de postauto's (U weet wel, dat met die drie tonen); ‘als het signaal in drie tonen weerklinkt’ zou ruimte laten voor de opvatting, dat de postauto's er ook nog andere signalen op na houden en dat wij die rustig langs onzen kant kunnen laten gaan.
| |
Verpleging
- Mag men den Regeerings Persdienst gelooven, dan worden al onze gemobiliseerde medeburgers subiet ziek; immers deze dienst zegt dat ze allen ‘verpleging’ noodig hebben.
In werkelijkheid zijn ze niet ziek en ze denken er ook niet aan zich te laten verplegen; ze doen flink hun werk. Maar als het werk afgeloopen is, willen ze graag een dak boven hun hoofd hebben en ook wat te bikken; m.a.w.: huisvesting en voeding. Hiervoor mag men het woord verzorging bezigen.
|
|