[Nummer 5]
Germanismen in Vlaanderen.
Enkele maanden geleden is te Leiden de boekerij van onzen diep betreurden vriend en beschermer Dr. A. Beets geveild en ik heb bij die gelegenheid een boekje van den Vlaming A. Moortgat gekocht dat tot titel draagt: ‘Germanismen in het Nederlandsch’. Over dit boekje zelf zal ik aanstonds iets zeggen; thans eerst wat over eenige bijvoegselen die, ongevraagd, in den koop meekwamen.
Het boek van Moortgat (een mij van jaren her bekende Vlaamsche journalist en letterkundige) was in 1925 te Gent onder het patronaat van de Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde verschenen nadat zij het met goud had bekroond. In de Inleiding nu vond men (blz. XI) dezen waarlijk verbijsterenden, belachelijken en ergerlijken zin:
‘Bijna zooals in Zuid-Nederland het Fransch, is het Duitsch in Holland de taal, welke de hoogere standen, de geleerden, journalisten, letterkundigen en kooplieden bij voorkeur spreken, lezen en schrijven.’
Deze baarlijke nonsens heeft daarop den heer B(oonacker) in de ‘Wetenschappelijke Bladen’ een fel protest doen uiten en dat heeft weder Dr. Beets gewekt. Hij was eerelid van de Vlaamsche Academie en wendde zich tot haar bestuur met een nadrukkelijk verzoek om herstel van deze malligheid. Het verzoek werd overgebracht aan den schrijver en die gaf er aan gehoor met het produceeren van een inlegblaadje waarin hij zich, met een kunstgreepje, zeer onvoldoende en zeer minnetjes van de zaak trachtte af te maken. Er is in ‘Neerlandia’ nog wat geschreven over het ergerlijke geval (door Dr. Beets, eenmaal onder zijn naam en tweemaal redactioneel maar, zooals uit de bijgevoegde brieven blijkt, toen óók door hem) en daarmee was het uit.
Dit is een wel opmerkelijk taal-incident geweest en ik stuur hierbij het materiaal er van dat ik bij het boek heb gekregen, nl. de drie nummers van ‘Neerlandia’ en de oorspronkelijke brieven van Dr. Beets, maar naar het archief van ‘Onze Taal’.
Maar nu zouden wij toch verkeerd doen wanneer we, om die ééne waarlijk ‘pyramidale’, folkloristische stommiteit van Moortgat óók zijn boek als taalkundig product verwierpen. Het is een zeer degelijk geschreven werkje dat van een gezonde opvatting van de taal getuigt (niet te slap en niet te eng) en waarin men vele woorden en zinswendingen aantreft die daarna ook in ‘Onze Taal’ zijn verworpen. De schrijver ziet bovenal ook in 't algemeen het gevaar van het germanisme als het barbarisme bij uitnemendheid voor de Nederlandsche Taal en zijn boek bevat een (beredeneerde) lijst van afgekeurde woorden die voor een belangrijk deel ook reeds gedekt zijn door de afkeuring van onzen Raad. Men zal er in elk geval, als men het wat critisch leest, heel wat aan hebben.
Helaas is dit boekje niet meer verkrijgbaar in den boekhandel en, naar ons bij navraag bleek, zelfs niet meer bij den Vlaamschen uitgever (Vanderpoorten & Co. te Gent). Dit schijnt er op te wijzen dat de Vlamingen niet voldoende beseffen, welk een gevaarlijke indringers de germanismen zijn ook voor het Nederlandsch in hun provinciën. Al is dit wel begrijpelijk wanneer men bedenkt dat hun taalstrijd, reeds een eeuw lang, zich bovenal moest richten tegen het Fransch. Maar naar mate die strijd de Vlaamsche zege nadert, zou er weer meer aandacht aan de germanismen kunnen worden gewijd. En daarom is het zoo jammer dat het boekje van Moortgat niet meer te krijgen is. Het ware een goede handleiding. E.