| |
Van onze leden.
Vertalingen
- Wanneer een krant door Jules Sauerwein iets laat beweren over ‘de dreigingen zoowel als de vreezen’ van den laatsten tijd, dan begrijp ik wel ongeveer wat er in Paris Soir door genoemden journalist geschreven is; ik vind echter dat de Nederlandsche krant de vertaling aan een kundiger medewerker had moeten toevertrouwen. - In een feuilleton lees ik van iemand, die eenigen tijd in ‘de molens’ gewerkt had. De vertaler weet blijkbaar niet dat men in Amerika onder mills verstaat: fabrieken, speciaal textielfabrieken. Evenals in Engeland, trouwens.
W.R.M.
(Meelfabrieken - althans Amerikaansche - en fabrieken waar lijnzaad verwerkt wordt, noemt men hier te lande ook molens! - Red.)
| |
| |
| |
Welhaast
- ‘De uitgave, die welhaast op geen enkel assurantiekantoor ontbreekt...’. ‘Welhaast’ moet zijn ‘haast’ (of: wel haast in twee woorden, als men dat ‘wel’ liever niet mist). Met ‘haast’ zit het zoo. Uitgaande van de beteekenis: met spoed, ijlings, kwam men, langs ‘spoedig’, ‘weldra’ (‘hij is weldra [haast] zestig jaar’), tot de bet. ‘op weinig na’, ‘zoo goed als’. En dit ‘zoo goed als’ is hier bedoeld; ‘de uitgave, die wel op zoo goed als geen enkel kantoor ontbreekt’.
‘Welhaast’ is ‘haast’ op dezen weg niet gevolgd; welhaast heeft geen andere bet. dan weldra, eerlang, binnenkort.
Als de luchtreiziger Hughes een geforceerde vlucht om de aarde doet, geven wij met de mededeeling, dat hij ‘haast’ boven Alaska is, tevens te kennen dat hij spoedig (welhaast) daar zal zijn. Maar als wij lezen van: het spreekt welhaast van zelf, er is welhaast geen verschijnsel denkbaar, een onderhoud, dat welhaast vijf jaar geleden werd gehouden - dan kunnen wij er niets anders van zeggen, dan dat de schrijvers zich van de beteekenis van ‘welhaast’ geen rekenschap hebben gegeven.
Een lezer heeft eens met betrekking tot de kwestie welhaast/haast de opmerking gemaakt: als het ons, taalgebruikers, nu belieft ‘welhaast’ de beteekenis te geven van ‘haast’, wie zal ons dat dan beletten?
Inderdaad, wie zal hun dit beletten; wij houden er geen politieagenten op na en het zou waarlijk niet voor het eerst zijn, dat wij een geval hadden van taal verandering door taalfouten. Maar daarom blijven het toch fouten; en al kunnen wij den taalgebruikers niet beletten fouten te maken, er tegen waarschuwen mogen wij stellig.
Trouwens, wat bedoelen wij, leden van Onze Taal, met onze opmerkingen in dit blad; toch niets anders dan goedwillenden te steunen in hunne pogingen, om fouten te vermijden.
Wie niet ‘goed willen’, die laten onze opmerkingen maar ongelezen; aan dezen hebben wij ‘geen boodschap’!
| |
Meerrijig
- Wat wij denken van ‘meerrijige electrische bedieningstoestellen voor wissels en seinen’, vraagt een lid.
Wij vinden dit een leelijk woord, evenals zoovele vormingen op -ig; wij verwijzen slechts naar hetgeen wij in onze nummers van April 1934 en Augustus 1937 (O.T. 3, 12; 8, 44) ten aanzien daarvan opmerkten. Onze Raad aanvaardt woorden als: vieraderig, veertigurig, achtklassig, en vindt deze vormingen even gewoon als: vierwielig en dgl., maar wij zijn van oordeel dat men daarin geen grond mag zien om allerlei ‘vreemdmodige’ woorden op -ig in gebruik te brengen. (Wat ‘meerrijig’ belangt, zouden wij in elk geval liever spreken van veelrijig dan van meerrijig!)
| |
Terug-
- Wij hebben reeds herhaaldelijk de aandacht gevestigd op het verkeerde gebruik van het woord terug in velerlei samenstellingen; terugblijven, terugbrengen, terughouden, teruglaten, terugliggen, terugloopen, terugstaan, terugmetselen.
Het Duitsch zal hierbij van invloed zijn geweest; in het Duitsch mag men zurück bezigen, waar ons terug niet ter plaatse zou zijn. Er ist sehr zurück in seinen Leistungen; die Ernte ist dieses Jahr noch weit zurück; eine Sache als Pfand zurückbehalten; im Wettlauf zurückbleiben; geistig zurückbleiben; von seiner Krankheit ist eine grosse Schwäche zurückgeblieben; ein zurückgebliebener Eindruck; die zurückbleibenden Verwaisten; im Preise zurückgehen; jemand von einem übereilten Schritt zurückhalten.
Wij spreken van achterblijven, achterhouden, achterlaten, achterliggen, achteruitmetselen, weerhouden; zakken, dalen, omlaag gaan van prijzen, enz.
Bij de viering van het 25-jarig bestaan van de Luchtvaartafdeeling te Soesterberg zeide een der sprekers: ‘... en in deze periode heeft de L.V.A. tijden gehad van opgang en tijden van teruggang’. Hoeveel beter zou het geweest zijn, als de spreker tegenover opgang: neergang had geplaatst; tijden van opgang en tijden van neergang.
| |
Ons lid, de heer X.,...
- Een van onze lezers, de heer Agg. M.J. Ackerstaff, schrijft ons:
Mag ik de volgende opmerking maken over een, mijns inziens, foutief gebruik van komma's in Uw interessant orgaan?
Ik bedoel de komma's, tusschen welke U den naam van een lid pleegt te plaatsen, wanneer U hem (moet ik hier schrijven ‘het’?) aankondigt als ‘ons lid’. Hier is immers geen sprake van een bijstelling, zooals bij ‘een lid’ het geval zou zijn, of b.v. bij ‘ons eerelid’, zoolang althans de heer Elout de eenige is, die deze bizondere positie inneemt.
‘Ons lid de heer Jansen schrijft’ geeft aan, dat een van de vele leden, n.l. de heer Jansen, de pen heeft opgenomen, maar ‘ons lid, de heer Jansen, schrijft’, zou aanduiden, dat het genootschap een brief heeft ontvangen van zijn eenige lid, t.w. den heer Jansen.
Heb ik het mis?
| |
Vrij geven
- Wat wordt er al zoo ‘vrij gegeven’? Een in beslag genomen schip, een partij goederen, de invoer van iets, die eerst verboden is geweest, een nieuwe weg - en nog veel meer. Nu zijn er zoowaar nog stoelen bijgekomen. ‘... tamelijk veel lawaai, zoodat alle belanghebbenden, die iets wenschen te verstaan, hun stoelen moeten vrijgeven en een staanplaats gaan innemen, vlak voor de groene tafel’.
Dit schijnt ons het toppunt van vrijgevigheid!
| |
| |
| |
Onaangename ontmoetingen.
Onaangename ontmoetingen... wat zijn zij vele, wanneer men veel leest. Ik heb eens de moeite genomen te noteeren wat ik in enkele dagen tegenkwam. Ziehier het resultaat:
Motorrijtuigen zonder aanhangers en opliggers. - Zulk een astronomisch cijfer spreekt aan. - (een) éénmalige behandeling door den geneeskundigen dienst... - Is het eenmaal zoo ver gekomen, dan heeft de trouwlustige er spijt van niet eerder een klein offer gebracht te hebben voor de zekerstelling van zijn aanstaande echtgenoote. - Dicht bij gebouwen staande boomen kunnen gevaar voor afslag op het gebouw opleveren. - Op licenties van den ditjarigen oogst. - De in Oostenrijk aangemelde octrooien. - Aangave der historische figuren.... - Overloonen, Meerwerkstaat. - .... de prijzen verstaan zich franco station. - Er moet plaats zijn voor een naslag-bibliotheek.
Een examencommissie schrijft: Ofschoon het onderzoek naar de practische uitspraak dit jaar tot geen bijzondere opmerkingen aanleiding gaf... - Er wordt verwacht. - Er mag verwacht worden.
Een instituut tot opleiding voor de hoofdakte, geeft aan de werkelooze onderwijzers 10% korting. - Een soortgelijk instituut verzorgt alle speciaalstudies. - De spraakkunst wordt doorgenomen. - Van ontzaggelijke beteekenis!
Dr. X is leeraar M.O., Examinator, geeft les in Nederlandsche taal M.O. tegen de meestbillijke condities.
A.B.
| |
Meerdere
- Het gebruik van meerdere voor: ettelijke, eenige, verscheidene, meer dan een, enz., hebben wij (niet meerdere, maar) herhaalde malen in het licht gesteld. En als de Nederlandsche Spoorwegen aankondigen: Per spoor en bus naar Giethoorn, meerdere malen per dag, - dan is dat zeer te betreuren.
Men ga echter bij het uitbannen van dit woord niet te ver; meerdere is een goed Nederlandsch woord: iemands meerdere, die in eenig opzicht boven hem staat. In deze beteekenis behoeven wij het woord niet te schuwen; dat zou waarlijk zijn met het badwater het kind weggooien. En daarom gevoelen wij weinig sympathie voor iemand, die in de krant schrijft ‘... een erudiet, naar wien ook mijn beteren met bewondering zouden hebben geluisterd’. Want dat is geen Nederlandsch, maar Engelsch.
| |
Voeren
- ‘Er is Kaas èn Kaas! E.H. Kaas - de roem van Nederlands Zuivel. Onze sorteering? E.H. voert alle soorten!’
De kaas van E.H. moge dan Nederlands roem zijn, van haar taal kan dat helaas niet worden getuigd.
| |
Beluisteren
- Wanneer beluisteren wij iets? Wanneer wij aandachtig trachten op te vangen, wat voor den oppervlakkigen hoorder niet valt waar te nemen; en het ‘beluisterde’ is altijd iets, dat men niet - althans niet met opzet of niet nadrukkelijk - tot onze kennis wil brengen. Men kan den vijand beluisteren, - door naar hem toe te sluipen en trachten op te vangen, af te luisteren, wat hij, zich onbespied wanende, omtrent zijn plannen zal kunnen openbaren. De medicus kan de borst van den zieke beluisteren, door met een geluid-versterkend instrument te trachten een geruisch waar te nemen en zoo doende iets te weten te komen omtrent het proces, dat zich daar binnen afspeelt. ‘Er liet zich in zijne woorden een toon van weemoed beluisteren’. Het was niet sprekers bedoeling dien weemoed te demonstreeren; zijns ondanks kwam die in zijn woorden tot uiting en wie het oor te luisteren legde kon dien toon opvangen.
Verkeerd is het om beluisteren te zeggen wanneer wij hebben kennis te nemen van wat uitdrukkelijk tot dat doel ten gehoore wordt gebracht. Als de omroeper van de radio ons mededeelt, dat wij straks in de gelegenheid zullen zijn een ‘hoorspel’ te beluisteren, - als een kiesvereeniging ons mededeelt, dat Dr. C. niet zelf naar A. kan komen, maar dat wij in zijn plaats zullen kunnen beluisteren den heer D., - dan geeft men er blijk van dat men de beteekenis van dit woord niet beseft. In deze gevallen dient men te zeggen: luisteren naar. Luisteren naar de radio, naar het hoorspel; luisteren naar de verkiezingsrede.
| |
Bad
- Een lid stelt voor inplaats van het Duitsch klinkende ‘Bad Plasmolen’ te spreken van: badplaats de Plasmolen, of: De Plasmolen, zwembassin, of: Badstrand enz., naar verkiezing; maar niet: Bad.
Wij zijn het met ons lid eens, maar dat ‘Bad’ heeft zulk een verleidelijken klank, dat de exploitanten er geen afstand van zullen willen doen. Nietwaar, wiens middelen hem niet veroorloven naar Bad Gastein te gaan, die vindt in Bad Plasmolen (Plassmühle) al een heelen troost.
Wij denken altijd nog met weemoed aan de vijfentwintig gulden, die een lid ons had toegezegd, als wij er in zouden slagen Zandvoort-Bad van de ‘koersborden’ van den trein af te krijgen. Wij hebben werkelijk ons best gedaan, maar het heeft niets geholpen; het moest, zei de spoor; voor de buitenlanders. En die vijfentwintig gulden hebben wij dan ook niet gekregen!
| |
Geesteszwak
- De kranten melden dat een geesteszwakke jonge boer een reeks misdrijven heeft gepleegd. Men had beter gedaan door te spreken van een zwakzinnigen dader.
|
|