Tweede oordeel:
Er wordt schromelijk misbruik gemaakt van dien onpersoonlijken passieven vorm van onovergankelijke werkwoorden. 't Is jammer, dat de plaats in ‘Neerlandia’ niet is aangegeven. Mijns inziens moet men met deze manier van zeggen spaarzamelijk te werk gaan, en ze alleen gebruiken, waar men zeer in het algemeen een vast gebruik beschrijven wil; b.v. wat er al zoo pleegt te gebeuren op een verjaardag, bij bepaalde uitstapjes, bij geregeld weerkeerende feestelijkheden, enz. Er wordt dan gegeten, gedronken, gezongen, gesprongen, gedanst, met tilburys rondgereden, 's middags naar het Ruige Eiland gevaren, enz.
Maar waar men één bepaalden tocht beschrijft, acht ik deze wijze van zeggen leelijk en verkeerd. Dan behoort men te zeggen en te schrijven: wij, zij, men, het gezelschap reden (reed). Want hier is niets onbepaalds of onpersoonlijks.
Een ander voorbeeld: bij de boerenbruiloften werd met (werden er) bruidsuikers gestrooid (zelfs het trans. werkw. kan in zoo'n geval intrans. worden); mààr, van een bepaald geval: zij strooiden bruidsuikers.
En dit: ‘Er werd gewandeld, gezeild, gevischt, geravot, gerust’ (bij een buitenpartijtje): de volle nadruk valt op de onderscheidene handelingen tot tijdverdrijf, hier opgesomd, met verwaarloozing van elke andere bijzonderheid of bepaaldheid (het zijn alle intransitieve werkwoorden hier in lijdenden vorm). - ‘Er werd gewandeld’ als handeling, die regelmatig door allerlei personen in bepaalde omstandigheden werd verricht, noemde ik al vroeger. (onbepaald, want: algemeen) - ‘Er werd in een koets gereden’ zou in dergelijke gevallen ook nog denkbaar zijn. Maar onmogelijk acht ik, in het verhaal van een bepaalden tocht door eén of meer bepaalde personen: Te Leeuwarden werd er in een koets gestapt.
Er wordt geklopt (onbepaald uiteraard), maar niet: Er wordt binnengetreden (intrans.); zelfs: er wordt iemand binnengelaten (-geleid) is hier nog weinig fraai, waar men alle aandacht richt op: wie (actief) binnentreden zal. Kan men dien ook dan nog niet nader bepalen, dan heet het toch actief: iemand treedt binnen; men brengt, leidt iemand binnen. Enz.
Er wordt om 3 uur getrouwd; dat is: gedurig vindt er (alle dag of op vastgestelde dagen) huwelijkssluiting plaats (op stadhuis) te 3 uur. (Dan is trouwens het werkwoord transitief.) Maar in de beschrijving van de huwelijkssluiting van een bepaald paar, zegt men: Zij trouwen (of soms, voor mijn gevoel ook al niet gepast: Men trouwt) te 3 uur (actief). ‘Er wordt getrouwd’ (intransitief) zou groote (al of niet voorgewende) onverschilligheid te kennen geven, juist door de onbepaaldheid.
Het heeft alle reden, deze en dergelijke verschillen eens te bezien, omdat, zooals ik reeds heb gezegd, het doorloopende gebruik van den lijdenden vorm (van transitieve èn intransitieve werkwoorden) in verslagen van reizen, excursies, feestelijkheden, enz. reeds lang tot een groot misbruik is geworden.
Een derde oordeel, een mondeling gegeven advies, vatten wij in enkele losse woorden aldus samen:
‘Slecht Nederlandsch; en onnoodig. Gemakkelijk te vermijden. Wij kunnen rustig zeggen: men reed.... - Erg zwak in dien passieven vorm - Slap, onpersoonlijk - men rijdt; daarbij zie je iets, dan gebeurt er iets.’