| |
Van onze leden.
De taal der theologen
- In ons vorige nummer gaven wij een proeve van de taal van den theoloog, den ‘vakman’, door Duitsche boeken vreemd geworden aan zijn eigen taal. Een typeerend voorbeeld, een uit vele!
Een ander staaltje. De theoloog spreekt soms van het Saulsleven, het Simsonsverhaal en dan bedoelt hij niet: een leven, een verhaal als van een Saul, een Simson, - maar eenvoudig: het leven van, het verhaal over....
Blijkbaar analogisch naar het zoo gewichtig klinkende ‘Johannesevangelie’, ‘Petrusbrief’. De ‘s’ is het bewijs van de nabootsing; want die is er op den klank af ingebracht, omdat Mattheus, Marcus, Lucas, en nog andere namen aan die s gewend hebben gemaakt.
| |
Wij zijn dom!
- Wij hebben ons wel eens afgevraagd hoe het toch zou komen dat wij onze taal dikwijls zoo verhaspelen en wij hebben dat dan maar toegeschreven aan een zekere geestelijke luiheid, aan gemakzucht en sleur; want, zoo redeneerden wij, als wij het maar goed zouden willen doen, zouden wij het toch ook wel kunnen.
Maar wij weten het nu beter; wij kùnnen niet. Een Professor - gelukkig niet een van onze Professoren! - heeft het gezegd. ‘Vijftig procent van het publiek is dom, en vijftig procent is zeer dom’. Ziet U? Het eenige, dat wij dus doen kunnen is maar goed ons best te doen, opdat wij misschien te eeniger tijd van zeer dom tot gewoon dom kunnen promoveeren. En dan komen in de klasse van... dezen Professor. Of rekent deze zich misschien niet tot ‘het publiek’?
| |
Aangelijnd
- Honden schijnen tegenwoordig niet meer vastgehouden te worden, niet meer aan den ketting of den riem meegenomen, - zij worden aangelijnd. En het zijn niet alleen Duitsche herders, dien men dit aandoet, ook echte Hollandsche keezen moeten zich deze behandeling laten welgevallen. Wat moet zoo'n dier wel van zijn baas denken!
| |
De smokkel
- In de dagbladen kan men herhaaldelijk lezen van den ‘wapensmokkel’. Van Dale spreekt ook van: Smokkel = smokkelarij, sluikerij. ‘Van den smokkel leven’; en volgens het woordenboek is het woord bij ons al oud. Maar wij houden het in dezen tijd voor Duitsch import.
| |
Zeus' baard
- ‘Zeus’, zegt de krant, ‘heeft een prachtige volbaard’. (Zulke vormingen met ‘vol’ zijn er veel; wij herinneren slechts aan ‘vol-aarde’, ‘vol-zin’, ‘vol-gen’, ‘vol-ks-kanker’ en dgl.).
| |
Krantentaal
- Ik las onlangs dat er in zeker spoorwegstation een inlichtingenbureau gevestigd was, waardoor de reiziger ‘uit zijn onwetendheid onttrokken worden kan’.
In een ingezonden stuk beklaagde zich een Indologisch student dat de spelling Marchant door een bepaalde krant voortdurend ‘afgekraakt’ wordt; de redactie vroeg niet wat mijnheer daarmede bedoelde.
Bericht werd dat de Amsterdamsche Huidenclub (wat een naam!) zich te beklagen zou hebben over geringe ‘slachting’ in het bedrijf.
Een zekere film, werd den lezers medegedeeld, zou uit de ‘roulatie’ genomen zijn.
Mn.
| |
| |
| |
Leidschestraat
- Mogen wij - vraagt een lid - deze vorming bezigen, inplaats van Leidsche straat?
Ons dunkt van ja; wij gevoelen er niet meer in: de straat, die naar Leiden voert. Het is voor ons een eigennaam geworden, en de nadruk valt nu ook alleen op stráat. Zooals wij ook spreken van Haarlemmerméer.
(De Hagenaar ook schijnt bij ‘Sportlaan’ b.v. niet meer het gevoel te hebben van een laan, die zijn naam heeft ontleend aan de sport. Toen wij den conducteur vroegen aan de Spórtlaan te stoppen, keek hij ons even hautain aan en verbeterde: Sportláan!)
| |
Onomwonden
- Eenige leden zijn van oordeel dat dit woord afkeuring verdient en zij wenschen dat wij daarvan in dit orgaan doen blijken.
Onze Raad heeft ten aanzien van dit woord uitspraak gedaan (O.T. 1934, 24) en het niet afgekeurd. Wij mogen dus aannemen dat de afkeuring van onze leden zich niet richt tot dit woord, op zich zelf beschouwd, maar dat zij willen waarschuwen tegen het overdadig gebruik er van, ten nadeele van woorden als: duidelijk, onbedekt, onbewimpeld, onverbloemd, onverholen, open, openhartig, openlijk, ronduit, rondweg, vierkant, zonder omslag, zonder omwegen, ‘zonder er doekjes om te winden’ en dergelijke, die stellig niet in vergetelheid mogen geraken.
| |
Uit de West-Indische gids
- ... wat geheel wezensvreemd is aan het Surinaamsch huwelijksrecht (M.v.A. Verord. Hindoesche en Mohamedaansche huwelijken);
... het aangeklaagde drukwerk (K.B. 26 Oct. 1933 No. 17, G.B. No. 96); op voorstel der Staten in het ontwerp tot wijziging van 30 Juni 1937 vervangen door ‘het betrokken drukwerk’.
(Ontleend aan de ‘Kroniek’, van de hand van ons lid, den heer W.R. Menkman.)
| |
Desbetreffend (het desbetreffende besluit)
- Als het lid, dat dit woord (als germanisme?) wraakt, ‘betreffen’ (voor ‘belangen’, ‘aangaan’) aanvaardt, mag hij den vorm ‘desbetreffend’ (in een bepaalden stijl althans) niet afkeuren. Des, als de verbogen vorm van het aanw. vnw. die, is goed Nederlandsch; wij kennen het in de dagelijksche spreektaal nog in desnoods, deskundig en dgl. woorden.
| |
Wie veel reist
.... ontmoet veel zonderling Nederlandsch. ‘Dordrecht, de Stad der Lips' sloten’. (Aankondiging op het station te Dordrecht). ‘Sterken drank maakt zwak volk’ (propagandaspreuk in Delft). Kwaadwilligen zouden hieruit de slotsom kunnen trekken, dat onthouding van sterken drank leidt tot verslapping van het taalgevoel!
|
|