[Nummer 7]
O, die journalisten!
In onze nummers van Februari, Maart en April heeft een van onze leden zijn hart gelucht ten aanzien van de woorden, die men dagelijks in de krant kan vinden en die volgens dezen inzender ‘voor een overgroot deel’ oorzaak zijn van het taalbederf bij ons volk, zich uitende in een ‘wanhopig aantal Germanismen’ in de spreektaal. Een groot aantal woorden heeft inz. daarbij aangevoerd tot staving van zijne stelling. De bijdrage van ons lid is niet onopgemerkt gebleven en van vele zijden hebben ons opmerkingen ten aanzien daarvan bereikt. Waardeerende opmerkingen, maar ook afkeurende; begrijpelijk in een genootschap als het onze, waar zeer uiteenloopende meeningen op het stuk van de taal broederlijk vereend zijn.
Wij zullen thans de verschillende woorden, die onze inzender aan de kaak heeft gesteld, eens nader bezien en daarbij de gemaakte opmerkingen in het oog houden.
Vooraf echter dit. Eenige leden hebben de vrees geuit, dat door summiere opsommingen als deze het gevaar zal ontstaan van het uitwisschen van fijne verschillen in beteekenis; zoo b.v. bij No. 17: uitgraven i.p.v. opgraven, ten aanzien waarvan één lid voorbeelden geeft van het gebruik van elk dezer woorden.
Wij duchten dit gevaar niet; wij achten het niet waarschijnlijk dat, wanneer onze inz. er op wijst, dat men dikwijls het eerste woord bezigt waar het tweede ter plaatse zou zijn, onze leden nu ‘uitgraven’ zullen verbannen en in het vervolg uitsluitend ‘opgraven’ bezigen. Wij weten allen dat zulke korte opmerkingen ‘halve woorden’ zijn, maar die zijn voor ons - bons entendeurs die wij zijn - voldoende.
Laat ons nu zien over welke woorden voor ons geen twijfel kan bestaan, althans ten aanzien waarvan wij, leden van Onze Taal, niet meer in ons blad discuteeren; dat zijn de woorden die, na een uitspraak van onzen Raad, in onze lijsten van germanismen zijn opgenomen en waaromtrent voor ons geldt: Roma locuta, causa finita.
Het zijn: aangewezen zijn op, begaving, begeesterd, betreffende, briefpapier, doorvoeren, -ens, geëigend, hopelijk, insluiten, interesse, maken (voor: doen), meerdere, mild, onderbreken, uitwijzen, valsch, verhoudingen, vrijgeven, - deze woorden, voor zoover noodig, met de beperkingen aangegeven in de lijsten (en in de ‘Samenvatting’).
Van de overige zouden wij een aantal even in quarantaine willen houden, voorloopig even rangschikken onder de ‘crypto-germanismen’ van het lid van onzen Raad, Dr. Beets; woorden, die hoezeer ook op zichzelf beschouwd Nederlandsch, toch in een bepaald gebruik als germanistisch zijn af te keuren. Als b.v.: beeldvlakte, bestuursapparaat, brengen om, duizendkoppig, dwangjak, -ere (de mindere man), ernst(ig) nemen, gespan, grootstad, heen (voor zich heen staren), hoogzomer, jaarbericht, kippen, kitten, knalrood, kosten (op zijn kosten komen), logiek, -loos, zich melden, zich moeite geven, het nakijken hebben, zich neerlaten, ondergraven, onderzeeboot, opademen, opschuiven, overvuld, raadskelder, regenweer, reizen, samenbreken, zich tevreden geven, toelaatbaar, uitgraven, vallen (voor: dalen), verbrengen, vereenzaamd, verhullen, enz.
In quarantaine, - want wij willen stellig geen voorbarig oordeel uitspreken, behoeven ook geen oordeel uit te spreken. Wie sterk in zijn schoenen staat, wie van de natuur een goed ontwikkeld taalgevoel heeft meegekregen (of dat taalgevoel in zijn leven heeft kunnen ontwikkelen), zal zich meer kunnen veroorloven dan wie zich bewust is van zijn zwakte.