Onze Taal. Jaargang 6
(1937)– [tijdschrift] Onze Taal– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdNog eens: sterke praefixen.Uit ‘Muttersprache’ zien wij dat men zich in Duitschland ook met dit vraagstuk bezig houdt. Een inzender wijst in dat blad op een vroeger artikel van andere zijde, waarin reeds het veelvuldige onnoodig gebruik van het voorvoegsel ab- gehekeld werd (‘Hier werden Kuchen abgebacken’, ‘ein Kraftwagen wird abgeschmiert, abgebremst’, ‘ein Motor wird abgedrosselt’, ‘Knöpfe (aan een costuum) werden abgenäht’, enz. enz.) en hij merkt op dat het misbruik der onnoodige of verkeerde voorvoegsels veel verder reikt dan men uit deze voorbeelden misschien zou opmaken. Men kan - oordeelt deze inzender in Muttersprache - hier spreken van ‘woordkanker’, omdat men ook hier te doen heeft met ziekelijke woekeringen! Als verdere voorbeelden van het misbruik van ab- noemt inzender: abstützen, absenken, absinken, abpflastern, abschätzen, ableichtern, abbergen, abbeugen, abtöten, abschlachten, abkochen, abdichten, abschützen, ablöschen, abändern, abschmelzen, abheilen, abkalben. Alsof, zegt hij, al deze woorden ook zonder voorvoegsel niet sterk genoeg zouden zijn om het begrip uit te drukken. Maar ook met andere voorvoegsels wordt de ‘Unfug’ bedreven. Met aus: auskopieren, auswässern, ausfällen (uit chemische oplossingen!), ausdeuten, ausleeren, aussegnen (van lijken), ausrichten, auszählen, auswiegen, ausmünden, enz. Met auf: auflockern, auffinden, aufgliedern, aufspalten, aufladen (van accumulatoren), aufbringen (ein Opfer-), aufstauen, aufzeigen. Met verschillende andere voorvoegsels: anliefern, anmahnen, ankaufen, anmieten, ansteigen (v.e. thermometer), befüllen, beheizen, einfärben, einsparen, einstutzen, überprüfen, verlegen,Ga naar voetnoot*) verstempeln, wegwerfen (v.e. anker), zuwarten. Ook zelfst. nw. krijgen dikwijls onnoodig zulk een aanhangsel: Anmahnung, Anrecht, Anschreiben, Auflager, Auswirkung, Rückantwort en dgl.
Ook deze stem uit Duitschland verzet zich niet tegen het gebruik van voorvoegsels, die moeten dienen om het begrip, uitgedrukt door het stamwoord, te wijzigen (b.v. te versterken) en hij aanvaardt b.v. ‘abschlachten’ (alle Gefangenen sind abgeschlachtet) en ‘ausrichten’ (die Kompanie ist gut ausgerichtet) - maar ook hij strijdt tegen het bezigen van deze aanhangsels, waar zij geen nut hebben. | |
[pagina 3]
| |
Felix Schwertfeger - de bekende talenkenner - schreef ons vroeger eens dat hij voorvoegsels als a b- gevoelt ‘als abschliessend, als den Ausdruck einer vollendeten Anschauungsform’. En hij vergelijkt b.v.: ‘ich erbaute ein Haus’ met ‘ich baute ein Haus’ (Russisch: ‘ja postróil dom’ en ‘ja stróil dom’); in ‘erbauen’, zegt hij, liegt der Sinn ‘fertigbauen’. ‘Ein solcher Unterschied zwischen vollendeter und unvollendeter Form (oft ähnlich dem zwischen Perfekt und Imperfekt in den romanischen Sprachen) ist noch im Slavischen erhalten. Wer sich je mit dem Russischen beschäftigt hat kennt die Wichtigkeit, die dieser Unterschied in dieser Sprache hat. So steht neben vollendetem poniátj: unvollendetes ponimátj (verstehen), neben vollendetem napisátj: unvollendetes pisátj (schreiben).’ Maar ook Schwertfeger geeft toe dat, bij het gebruik hunner voorvoegsels, vele Duitschers dit onderscheid niet in het oog houden.
Ook Prof. Karl Scheffler - van wiens overlijden wij in ons vorige nummer helaas moesten berichten - is, nadat hij eerst eenige voorbeelden van het juiste gebruik van het voorvoegsel abheeft gegeven, van oordeel dat ‘“in andern Fällen mit der Vorsilbe Missbrauch (wird) getrieben. Das gilt z.B. von “abändern”, “abmildern”, “absinken”. Auch von “nachprüfen” (wenn noch gar keine Prufüng vorangegangen ist). Auch “aufzeigen” statt des einfachen “zeigen” ist jetzt “grosse Mode”.’ En hij voegt er aan toe: ‘Sie haben natürlich das Recht, gegen afzwakken usw. aufzutreten und das echt niederländische verzwakken zu verteidigen’. |
|