On-Nederlandsche comparatieven.
Behalve den uit Duitschland geïmporteerden ‘absoluten comparatief’, (ik bedoel den comparatief-zonder-vergelijkingsobject) heb ik in den laatsten tijd nog al eens comparatieven zien gebruiken, die mijn taalgevoel kwetsen. Zoo heb ik gelezen, dat de eene of andere maatregel ‘doeltreffender’ scheen dan eene andere. Ook, dat een argument ‘beslissender’ was dan een ander.
Meer dan doeltreffend, meer dan beslissend kan iets niet zijn; dus kan er van doeltreffend en beslissend geen comparatief bestaan.
In sterke mate komt het gebruik van dergelijke m.i. ondeugdelijke comparatieven voor bij adjectieven, die met ‘on’ beginnen. Ik heb de Vries en te Winkel opgeslagen en ik heb gezien, dat de woordenlijst bij vele bijvoeglijke naamwoorden, die met ‘on’ beginnen, geen trappen opgeeft, bij andere echter wel.
Hier volgen enkele voorbeelden, in drie rubrieken:
A |
B |
C |
onaantastbaar |
onaannemelijk |
onbaatzuchtig |
onafwijsbaar |
onbedreven |
onbarmhartig |
onafzetbaar |
onbegrijpelijk |
onbehaaglijk |
onafzienbaar |
onbeholpen |
onbenullig |
onbedaarlijk |
onbekookt |
onbeschoft |
onbegaafd |
onbekend |
onbesuisd |
onbegrensd |
onbetaalbaar |
onbeteekenend. |
In rubriek A staan adjectieven, die de Vries en te Winkel niet in andere trappen opgeeft en dit natuurlijk terecht. In de rubrieken B en C staan woorden, waarvan de Vries en te Winkel wèl comparatief en superlatief opgeeft. De woorden, in rubriek B opgenomen, schijnen mij intusschen niet vatbaar voor het er uit vormen van een vergrootenden en een overtreffenden trap.
Bij de woorden, in rubriek C opgenomen, is dit, naar hun oorspronkelijke beteekenis en vorm evenmin het geval. Het schijnt mij echter toe, dat de in deze woorden liggende begrippen, die naar den vorm afwezigheid van eenige eigenschap beteekenen, langzamerhand zoo zijn uitgesleten, dat men bij deze (en dergelijke) woorden geen bezwaar kan maken tegen de verheffing er van in beide trappen.
Bij onbenullig, onbeschoft, onbesuisd en onbeteekenend is dit wellicht het gevolg hiervan, dat deze woorden zonder ‘on’ niet (meer?) worden gebruikt.
De andere zullen zoo zijn uitgesleten, dat het ontkennend karakter niet meer tot ons spreekt. Wellicht willen onze deskundigen eens mededeelen, of ik al of niet terecht comparatieven van woorden als die in de rubrieken A en B on-Nederlandsch acht.
A. VAN RAALTE.