[Nummer 6]
Uit het archief ‘Germanismen’.
Wij laten hier weder volgen de overwegingen van den Raad van Deskundigen ten aanzien van een aantal woorden, die aan zijn oordeel zijn onderworpen.
BEKOMEN - Een lid heeft gevraagd, of ‘bekomen’, in uitdrukkingen als: kaarten zijn te bekomen, volgens bekomen inlichtingen, goed Nederlandsch is. Ons lid is geneigd er een Germanisme in te zien.
Onze Raad ziet hier geen germanisme; ‘bekomen’ i.d. bet. van ‘verkrijgen’ komt reeds in de brieven van Hooft voor: antwoord bekomen. Een lid van den Raad aanvaardt het in: kaarten zijn te bekomen, maar hij acht ‘bekomen’ als deelwoord in attributief gebruik (‘bekomen inlichtingen’) ongewenscht. ‘Geen germanisme’, zegt een ander lid van den Raad, ‘maar niet altijd zal men ‘bekomen’ kunnen gebruiken als synoniem van (ver)krijgen. Er is allerlei beperking van het gebruik; houdt men die niet in 't oog, dan kan toch een germanisme het gevolg zijn.
BETONEN - Als germanisme veroordeeld. Eén lid van den Raad teekent er bij aan: - ‘beklemmen en beklemd heeft andere beteekenissen.
Men legt (den) nadruk op..., men accentueert, men wijst met klem op...
Opgenomen O.T., 6, 1935.
IS TE - (De handteekening is te stellen in tegenwoordigheid van den ambtenaar). Het bezwaar van eenige leden tegen den vorm is te deelt onze Raad niet. - ‘Ik geloof dat bij een volledig onderzoek naar de constructies van den Infinitief zou blijken, dat is te als imperatief zeer wel Nederlandsch is’.
(Een handteekening ‘stellen’ wordt afgekeurd; de Nederlander zet zijn handteekening. - O.T., 6, 1935.)
..., MAAR DAN OOK - Niets, maar dan ook niets! Nooit, maar dan ook nooit! Tegenwoordig bij velen de manier, om de volle aandacht op de beteekenis van een woord te leggen. - Een mal ‘cliché’. Misschien navolging van een hd. uitdrukking? - Een mode-frats, die ongelooflijken opgang maakte.
‘RENNEN (voor wedstrijden, enz. - ‘“Het gevoel van tegenzin’, zegt een lid van den Raad, ‘zal hem hier in zitten, dat wij ““rennen”” gebruiken voor: héél hard loopen en niet (als in 't Hd.) voor: om het hardst (tegen elkander) rijden’. - Voor ‘wielrenner’ bestaat het woord hardrijder, althans in Hollandsch dialect. Waarom zou men dit niet aanbevelen? Dat ‘wiel’ maakt het woord extra leelijk. Liever dan maar fiets- en auto-rennen en -renner. En renauto. Ik zie er niets anders op. En ‘rennen’ heeft een uitgebreide beteekenis in onze taal.
Opgenomen O.T., 6, 1935.
SLAAN - voor verslaan, ‘kloppen’. ‘In de eindwedstrijd sloeg A. - B.; werd B. door A. geslagen’.
‘“Waarom”, zegt een lid van den Raad, “niet ook: overwinnen, of: het van iemand winnen? “A. won het van B.”’ - ‘Zou het niet door Eng. to beat op het terrein van de sport zoo algemeen geworden zijn? Men zal het wel nièt als opgerakeld archaisme of als uitbreiding van zeer beperkt gebleven gebruik kunnen verklaren. (Zie voor oude vbb. van slaan = verslaan Ndl. Wb.)’
Opgenomen O.T., 3, 1935.