Uit het archief ‘Germanismen’.
DROOGLEGGEN - Wij hebben op verzoek van eenige leden dit woord onderworpen aan het oordeel van onzen Raad.
Voor mij, zegt één lid, is droogleggen hier het eenig goed-Nederlandsche woord. Droogleggen, luidt een ander oordeel, is voor de tegenwoordige generatie geen germanisme meer; ‘droogmaken’ is opvallend geworden. Ik vind -zegt een derde lid- ‘leggen’ toch wel een teekenachtig woord. Het vlakke land komt inderdaad droog te liggen. - Droogleggen van bodem, meer en dgl. is oud en goed Nederlandsch. - Voor het eigenlijke gebruik zou ik droogmaken gaarne nog als regel en droogleggen slechts bij uitzondering vinden. Het eerste klinkt soberder, niet zoo technisch-vertrouwd. Het steriotiep overdrachtelijke gebruik voor ‘vrij van drankgebruik maken’ is echter hinderlijk leelijk.
MOMENTEEL - Wat zegt onze Raad, vroeg ons lid, de Heer H.J. Hartkamp, ten aanzien van dit woord; is het een germanisme? -
Leelijk, zegt de Raad, maar géén germanisme. Als men wil, kan men naast: op 't oogenblik, ook zeggen: voor 't oogenblik. De volkstaal zegt in dezen zin: oogenblikkelijk. ‘Dat weet ik oogenblikkelijk niet’.
ÓVERIJVER - Een lid, dat ‘overijverig’ in den zin van ‘meer dan gewoon ijverig’ goed Nederlandsch acht, maakt bezwaar tegen ‘óverijver’ voor: overmaat van ijver, te groote ijver, te veel (aan) ijver, (trop de zèle).
Dat is de Raad met ons lid eens; ‘“het gebruik van “overijverig”, zegt een lid, “rechtvaardigt op zich zelf “over-ijver” niet. Wij kunnen adjectiva naar welgevallen versterken met over(over-vlijtig, over-geestig), maar slechts enkele substantiva bestaan zoo, zonder dat die groep voor analogische uitbreiding meer vatbaar is (overmaat, overlast, etc.). Ik zou “overijver” als een onjuiste abstractie uit het adjectief gaarne zien verdwijnen: “te veel ijver” is uitstekend en kan in alle opzichten ook tegen “trop de zèle” op. Bovendien is het meer Nederlandsch!”’
UITEENZETTING - Eenige leden hebben gevraagd of ‘uiteenzetting’ goed Nederlandsch is. (Van Gelderen geeft het woord voor hd. Auseinandersetzung; Herckenrath voor fr. exposé.)
Onze Raad heeft tegen ‘uiteenzetting’ in den zin van: verklaring, uitlegging, het duidelijk maken van iets, geen bezwaar. (een = elkander; uiteengaan). Een volslagen Nederlandsch woord. Van Dale geeft bij ‘uiteenzetten’: (fig.) ontwikkelen. Ik zal u de zaak uiteenzetten.
VERZORGEN - (Van een feestavond: het muzikale gedeelte werd verzorgd door...... T.a.v. een filmavond: de Heer X. verzorgt de inleiding van dezen avond).
Men zou kunnen zeggen: het muzikale gedeelte was in handen van... Maar, zegt onze Raad, die gaarne a tout seigneur, tout honneur geeft, misschien wordt iets verheveners bedoeld! - ‘Verzorgen’ onderstelt zorg en liefde (ambitie). Het is meer waardeerend dan ‘zorgen voor’. -
Zou het zoo werkelijk in alle gevallen zijn? Of zouden wij, in sommige gevallen, moeten denken aan sleur, aan weer zoo'n ‘gewichtig krantencliché’?
-WAARD - Een van onze leden vraagt of het woord ‘aanbevelenswaard’, dat hij tegenwoordig veelal ziet gebruiken in plaats van het vroeger steeds gebezigde ‘aanbevelenswaardig’, even goed Nederlandsch is, of wel dat ‘-waardig’ te verkiezen is. En of men zegt: ‘aanbevelens -’ dan wel ‘aanbevelingswaard(ig)’.
De Raad geeft de voorkeur aan -waardig; en laat ons de keus tusschen aanbevelens- en aanbevelingswaardig. - De genitief van den infinitief is bij waard(ig) ook Nederlandsch. Vgl.: achtenswaardig, vereerenswaardig, aanbiddenswaardig.