liefdesbrief |
minnebrief |
mild
(mild klimaat, weer) |
zacht |
opvallend
(een opvallend verschijnsel, opvallend gekleed gaan) |
in het oog vallend, (v. verschijnsel:) treffend |
postaanwijzing |
postwissel |
rond
(een bedrag van rond duizend gulden) |
ongeveer, omtrent, om de -, om en bij -. |
slaan
(A. sloeg B. in den eindwedstrijd) |
verslaan, overwinnen, kloppen, het van iemand winnen
(A. won het van B.) |
slijmhuid |
slijmvlies |
tendens |
drang, neiging, strekking, doel (of, als men zijne bedoeling niet in het Nederlandsch kan uitdrukken, dan maar liever: tendentie [cf. ‘intentie’]) |
wagenvoerders
(De Ned. Spoorwegen hebben een cursus georganiseerd voor wagenvoerders voor Diesel-electrische tractie) |
wagenbestuurders (‘bestuurders’ alléén is hier ook al genoeg) |
-wezen (geldwezen, bankwezen, assurantiewezen en dgl.; ook verkeerswezen)
(Inspecteur van het Verkeerswezen) |
geld-, bank-, assurantiebedrijf
geldzaken
(vgl.: Binnenlandsche Zaken, Zaken van Staat, Staatszaken) verkeer
(Inspecteur van het Verkeer) |