| aanleveren |
bezorgen |
| arbeidsonlust (wordt blijkbaar in twee beteekenissen misbruikt) |
één lid geeft op: tegenzin in-, afkeer van werk; een ander: moeilijkheden met (onwillig) personeel (dit alleen bij meerv. denkbaar) |
| begaving |
begaafdheid, gave, talent |
| begeesterd |
bezield, verrukt, opgetogen, geestdriftig |
| doornemen (een boek) |
doorstudeeren, doorloopen, doorwerken (van een muziekstuk:) doorspelen |
| duiden op (dit duidt op een verkeerden aanleg) |
beteekenen, wijzen op, doen vermoeden (hieruit blijkt een verkeerde aanleg, dit wijst op een verkeerden aanleg) |
| doorvoeren (b.v. een andere werkverdeeling) |
invoeren, doorzetten, volvoeren, ten uitvoer brengen, enz., al naar de beteekenis waarin het wordt gebruikt; ook: (volledig) invoeren; ook: tot stand brengen |
| (op) eerewoord |
op mijn (zijn) woord van eer. (Z. Nederl.): op mijn eerewoord |
| grondstuk |
perceel, terrein, stuk grond, stuk land |
| gewetensvol |
nauwgezet, nauwkeurig, met zorg, stipt, trouw (getrouw) |
| ingreep |
het ingrijpen; ook: operatie |
| inlage |
inleg, storting |
| interessent |
belanghebbende; ook: belangstellende |
| kleefstof |
plakmiddel, plaksel; of wel speciaal: stijfsel, lijm, gom, dextrine, enz. |
| keelkop |
strottenhoofd |
| meerdere |
ettelijke, eenige, verscheidene, meer dan een, enz. |
| meerdere malen |
meermalen |
| noodstand |
noodtoestand; of beter misschien: geval van nood, of vaak alleen: nood |
| opbaren |
op een (de) (draag)baar leggen |
| overwijzen |
overmaken |
| regelmatig |
(als bijwoord:) geregeld; (wie zijn tanden geregeld laat onderzoeken) |
| schriftstuk |
geschrift, schriftuur, geschreven stuk, brief of document; soms ook: bewijs |
| schuldigheid |
plicht |
| speelwaren |
speelgoed |
| stapelloop |
het van stapel loopen, het te water laten |
| toewas |
aanwas, toeneming, groei; ook: was |
| uitnutten |
(in gunstigen zin:) gebruik maken van, ten volle gebruik maken van, profiteeren van; (in ongunstigen zin:) opgebruiken, exploiteeren, uitzuigen, uitknijpen; soms: uitputten |
vanzelf sprekend
het is vanzelf sprekend |
natuurlijk
het spreekt vanzelf, het is duidelijk |
| verloonde bedragen |
aan loon uitbetaalde bedragen |
| voltreffers |
rake schoten, de ‘roos’ |
| vragelijk |
nog de vraag, twijfelachtig, betwistbaar |
| zelfkosten (b.v. het wordt tegen zelfkosten geleverd) |
kostende prijs, event. ‘zonder winst’ |
| zelfliefde |
eigenliefde |
|
-
voetnoot*)
- Ten aanzien van de beide vorige lijsten van germanismen werd opgemerkt, dat niet voor elk woord het advies van den Raad van Deskundigen eenstemmig was, zoodat men in het algemeen moest denken aan meerderheids-adviezen, waarmee dus ten minste vier van de zes leden zich hadden vereenigd.
Deze opmerking geldt niet voor de thans gepubliceerde (derde) lijst; alle hierin opgenomen woorden zijn door den Raad van Deskundigen eenstemmig als germanismen aangemerkt.
De Redactie stelt zich voor in het volgende nummer een artikel te wijden zoowel aan de woorden die door den Raad eenstemmig of met meerderheid van stemmen zijn verworpen, als aan die welke aanvaard werden doch ten aanzien waarvan verschillende leden van den Raad kantteekeningen hebben gemaakt.
|
Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd