| |
Een vergelijkend onderzoek naar den kinderlijken woordenschat
Het ‘Rapport over een onderzoek naar den woordenschat der leerlingen van een aantal openbare scholen te Rotterdam. J.B. Wolters, Groningen 1939’ (prijs f 3,50) bevat inderdaad een heele reeks interessante gegevens. In aansluiting bij R. Kuitert - I. van der Velde: Een woordenschatonderzoek bij zesjarige kinderen (De Nieuwe Taalgids, Dl. 31 blz. 109)
| |
| |
werden er 50 woorden gekozen, die de kinderen moesten gebruiken bij het prentjes-kijken van getoonde foto's. Dit was een fout natuurlijk. Men had gekleurde plaatjes uit prentenboeken moeten nemen.
Achtereenvolgens worden nu de resultaten van dit onderzoek en nog een contrôle-proef meegedeeld. De bekendheid der hieronder volgende woorden wisselt tusschen 97 en 8%. Er wordt hierbij natuurlijk onderscheid gemaakt 1o tusschen jongens en meisjes, 2o tusschen milieu-groepen (standsgroepen in de stad en buitengroepen) en 3o tusschen de verschillende intelligentiegroepen. De woorden zelf worden ingedeeld naar de verschillende Aanschouwings-groepen en de Levenskringen in den geest van Decroly. Men moet dat allemaal zelf lezen. Het zijn geen wereldschokkende ontdekkingen, die hier gedaan worden, maar voor den paedagoog en den taalkundige is veel toch heel belangrijk. Allerlei mooie grafieken verduidelijken de gevolgtrekkingen en resultaten. Natuurlijk zijn deze betrekkelijk zeer beperkt, daar wij hier niet met den totalen woordenschat der zes-jarigen, maar slechts met 50 van hun woorden te doen hebben. Maar in deze détailleering ligt juist haar groote waarde; van wege de levensvolheid gaat er voor den aandachtigen lezer een intellectueele bekoring van uit.
Ten slotte worden ook nauwkeurig de versprekingen genoteerd. En voor Onze Taaltuin zijn deze gegevens misschien nog het interessantst van alles.
Ik geef hier dus de 50 woorden, me achter elk eerst het globale percentage der bekendheid, en daarachter de verschillende versprekingsvormen of afwijkingen in de naamgeving.
1 wieg |
93,1%: |
dialectvorm weeg. |
2 tulpen |
34,7%: |
tulven, dubbele, tuppeltjes, tullepele, tulpelen, tellepe. |
3 cactus |
38,2%: |
katjes, kattus, kattekop, kattebloemen, katters, katteren, kattekies, kaktekies, kakkus, kakjes, kaksus, kakkesus, kakketjes, kaks, kakstus, kakster, kaktelplantje, kaksel, kakten, kaktoos, takkies, taktus, takter, takuissen, taxi's, kaktesies. |
4 glad |
85,8%: |
dat is slat (voor: dat is glad). |
5 schoorsteen |
47,6%: |
goorsteen, soorseen-lijs (voor lijst). |
6 wimpel |
8,3%: |
sjirkel, hoeranje, trepie, wempel, wimper. |
7 citroen |
53,6%: |
troen, metroen, petroen, cientroen, satroen, katroen. |
8 bloemkool |
53,4%: |
geen andere vormen. |
| |
| |
9 horens |
55,3%: |
orens, ores, hoornes, horenen, horem, hoorden, korinkies, horingen, steek-orens, eekhorens, stekelen. |
10 taart |
80,3%: |
bakjes, koekebakjes, boeken (contaminatie van koeken en (ge)bak(jes). |
11 kuikens |
68,2%: |
keukentjes, kuikertjes, kuikeltjes, kuikes, kuikesjes, knuikentje, duiveltjes. |
12 snavel |
64,5%: |
fnavel, snaban, nageltje, snaal, snaar, snuifel, snurf. |
13 verkeersagent |
36,2%: |
plietsiegent, keersagent, houkeeragent, verkeerde agent, agent-verkeering. |
14 tandenborstel |
88,1%: |
tandenburstel, tandenbosteltje, tandenbotsel, tanborze, tandenpoetsel, tandenpoetster, tanpoes. |
15 wenkbrauw |
19,7%: |
wenksbrauw, winksbrauw, wensbrauw, wentbrauw, wenbrauw, wimbrauwers, lintbrauw, linkbrauw, hingsbrauw, winkblauw, oogbrauwers, linkbreugen, gaaroogen (uit haaroogen). |
16 kurketrekker |
49,6% |
dan moet je een kulk afsnije, kurkietrekkie. |
17 brievenbus |
84,7%: |
brievenstuf. |
18 kaplaars |
96,9%: |
paplaarzen, kappewaarzen, kappeblazen, koblaze, ballaarsen, laze, jaarze, leerzen, foenen (voor schoenen). |
19 koffer |
93,6%: |
koffel, toffer, toffe, akketas (voor actentasch). |
20 duinen |
21,0%: |
geen andere vormen. |
21 stuiver |
83,5%: |
tuivers, kuipertje, ronne (voor ronde). |
22 postzegel |
91,6%: |
poffegel, postzee, bosjes. |
23 plafond |
71,5%: |
plefon, blefon, blafond, blifond, plaatfon, platvon, planfond, flefon, halfond, flapon, klavon, polfond, paflon(d), peflond, beflon, antflon, patflon, peflot, pafon(d), pavon, pefon(d), pofond, povon, bafon(d), befon(d), bifon, mefon(d), efon, lefon, felon, felom, pelon, vefon, gefon, vanfon, kafon(d), kefon, tefon, pagon, pegon, pason, pazon, ballon, palander, fon(d), fong,, flon. |
| |
| |
24 spinneweb |
39,2%: |
spinneneb, spinnebeb, spinnebebber, spinnewesp, spinnewebs, weps, spinneheks, pissebed. |
25 (molen) wieken |
43,2%: |
wiekens, wiekes, mieken, zwieken, rieken, gleuvels (voor vleugels). |
26 vluchtheuvel |
8,0%: |
stionnetje (voor stationnetje). |
27 strijken |
94,3%: |
strieken, strikken, strijten, trijken, tijken, fijken, sprijen. |
28 benzinepomp |
40,2%: |
besinepomp, bezinepomp, mezine, machinetank, kazinebus, zinebuis, siene, sjiene, mesiendraaier. |
29 maaien |
22,1%: |
haaien, malen, gras pulken. |
30 stofzuiger |
82,8%: |
stò-zuiger, stoftuiger, tòfuiger, stopzuiger, sofzuiger, stòfluiver, stofzegel, sluiver. |
31 stopcontact |
22,1%: |
stopkontak, stopketak, stokkontakt, stokketakt, stokketak, stopkontrakt, stoptakt, stoktakt, stoppeketak, stoppetak, stokkontoor, stoplantak, stoplotakt, stopkanton, kopkontakt, klopkonstakt, stopstak, stichkontakt, pàstak, tekker (voor stekker). |
32 meeuwen |
46,1%: |
meeven, meelen, kokmeelen, kopmeelen, zeemeelen, kopmeulen, meelkoppen, kipmeelen, kopneelen, kameelen, totmeeuwen, leeuwen, zeeleeuwen, neeuwen, zeeuwtje, kweeuwen, koptegels, ruivogels, eeuwen. |
33 mast |
43,2%: |
mas, massen, maske (voor mastje). |
34 golven |
77,3%: |
golleve, vollege, volgen, golken, golles, gorrelen, volven, volf, wolven, wolken, volken, kwolven, glovven, gleuvels, beugels. |
35 vingerhoed |
66,3%: |
vingerroet, vingerloed, vingerroei, hoedvinger, roetvinger, roetevinger, roeievinger, rondroetje. |
36 kruiwagen |
91,0%: |
kruiwager, kruidwagen, kruitwagen, truiwagen, tuiwagen, krui, krijwagen, skoefkar (Winterswijksch dialect voor schuifkar). |
| |
| |
37 harken |
53,6%: |
harkelen, harpen, varken, parken, rijven, jijven, riefen (Zeeuwsch voor rijven), rieken, oprijken. |
38 trompet |
41,2%: |
promtet, rompet, pompet, toonpet, trommelpet, repet, pet, petter, pemper, fiek (voor muziek). |
39 ster |
91,4%: |
geen andere vormen. |
40 paddenstoel |
81,8%: |
pannestoel, pannetoelen, koekepannen, stoelpatten, pad, padjes, pan. |
41 naaimachine |
91,0%: |
naaimasien, naaipesjien, naaimefien, naaimeschien, naaiesien, maaimesien, haaimachine, draaimachine, naaigezien, menaaisien. |
42 servies |
80,0%: |
serrevies, serreviesje, serwies, servis, sterviesje, sejjevies, seejevies, selviesje, selleviesje, vervies, verviesje, varviesje, revies, reeviesje, villeviesje, geviesje, theegevies, theeviesje, theefesie (onder invloed van visite), erriesje, erviets, fiesisje. |
43 veulen |
11,1%: |
vulletje, vullegie, kacheltje, kachelpaardje (alle vier zijn dialectische verkleinwoorden), heuveltje, serkje (voor circusje?). |
44 telephoon (toestel) |
70,5%: |
tillefoon, tillifoon, tinnefoon, tellefoon, foon, feletoon, tonefel, telofie, electrische foon, gevoon. |
45 hinken |
70,1%: |
inken, inkespel, hinkeperge (voor hinkeperken), pinkelen, tinken, sprinken. |
46 krom |
75,8%: |
geen andere vormen. |
47 autoped |
97,3%: |
geen andere vormen. |
48 kegels |
26,7%: |
tegels, tegeltjes, pegels, stegelsballen, koggels, keugels. |
49 schillen |
95,6%: |
sillen, schellen, apenschillen (voor aardappelen schillen), eerpelskillen. |
50 zaag |
93,4%: |
zagelen, zagel, haag, knagen. |
Commentaar is hier overbodig. De voorbeelden spreken voor zich zelf. En de conclusie is, dat vele woordbeelden bij onze zesjarige kinderen nog een ontstellend gebrek aan vormvastheid vertoonen. Alleen is het de moeite waard op te merken, dat er geen omgekeerde evenredigheid is
| |
| |
tusschen de mindere bekendheid en het grooter aantal afwijkingen, want plafond en servies met hun opvallend groot aantal varianten halen respectievelijk een frequentie van 71,5 en 80%; terwijl vluchtheuvel en wimpel met een respectieve frequentie van 8,0 en 8,3% slechts een heel klein getal variaties vertoonen.
Ten slotte is het boek uitstekend geschreven en de druk keurig afgewerkt.
Nijmegen, 14 April 1940.
JAC. VAN GINNEKEN. |
|