vertalingen van die hekel- en sleutelroman mag constateren. Dit hst. VII lijkt mij zeer belangrijk om de Europese visie en als bijdrage tot de geschiedenis der Nederlandse vertalingen in 't algemeen.
Volgt een korte bespreking der vertaling van ‘La Secretaria di Apollo’, toegeschreven aan Antonio Santa Croce. Interessant is, dat W. er een tiental zelf opgestelde brieven aan toevoegde, waarin hij aan eigen politieke opvattingen uiting geeft .Vervolgens wordt ons uitvoerig het leven verhaald van Gregorio Leti. Wat er door verscheidenen van diens geschriften in 't Nederlands vertaald werd, voert ons vanzelf tot W.'s vertaling van zijn ‘Vita del catolico re Filippo II’, welke den inmiddels oudgeworden ijverigen en intelligenten werker minder goed gelukt is.
In een aanhangsel, deel II genaamd, worden ons ten overvloede afbeeldingen, afschriften, fragmenten ter vergelijking voorgelegd. Tevens bevat het een uitvoerig résumé in het Frans, alsmede een personenregister.
Dit boek verschaft dus heel veel niet alleen wie aan taal- of Nederlandse letterkunde doet, maar ook degenen die zich met Europese literaire, politieke of culturele geschiedenis bezighouden. Ondanks het zakelijk détail-karakter der methode interesseert zich de lezer vanzelf door de vaste stem en brede kijk der schr. voor haar gegevens, vondsten en controleerbare conclusies. De strakke, misschien wat stroeve stijl past bij haar wetenschappelijke houding vol beheerstheid, welke laatste haar slechts een enkele keer in den steek laat, waar zij zich tegenover Molkenboer (146) en Burckhardt (278 noot 3) minder aangenaam uitdrukt. De bibliografie is goed verzorgd. Naast Ranke had zij (63) zeker gebruik moeten maken van L. von Pastor's Geschichte der Päpste. Bij het ter sprake komen van zinclausulen in het Nederlands (153, 173 e.e.) mist men de vermelding ener studie daarover van Prof. v. Ginneken. Woordverklaring zou soms welkom zijn geweest, zoals bij ‘carousen’ (82). Blz. 296 is zij zich niet bewust, een kleinigheidje bij te dragen tot de betekenisgeschiedenis van het woord Bargoens en vergeet zij het boek van Moormann over de geheimtalen. Drukfouten werden nagenoeg geheel vermeden, hetgeen bij een werk van dit soort dubbele hulde verdient. Blz. 35 noot 1 werden de vereiste getallen niet ingevuld. Wat de spelling betreft, veroorlooft de schr. zich eigenzinnigheden als tans, altans, biezonder, en ontsnapten haar fouten als noch voor nog (64), in 't gevlei komen (346). Schr. geeft een volledig beeld van den vertaler, maar niet, ofschoon zij de gegevens bezit, van den mens Wieringa. Beter dan de lezer zou zij in staat geweest zijn, uit diens voorliefde voor een bepaald soort literaire geschriften, uit diens wijze van vertalen en uit de plaatsen waar hij zich meer direct uitspreekt, een karakterschets te ontwerpen.