Vraag en antwoord
VRAAG 2. Is het geoorloofd voor het voegwoord en een komma te plaatsen? Oudere grammatici neigen, naar ik meen, op dit punt tot een ontkennend antwoord.
J. de K., H.e.S. te D.
ANTWOORD. De mededeeling omtrent de opinie van grammatici als Terwey, de Groot e.a. is juist. En zoo dwaas is hun gedachtengang toch ook niet geweest, of ze vindt in minstens drie europeesche talen een parallel, nl. in het poolsch, het finsch en het lettisch (Dokumente zur Interpunktion europ. Sprachen, Göteborg 1939). In het spaansch daarentegen moet er steeds een komma staan tusschen twee zinnen, die niet door een punt zijn gescheiden, of de volgende nu met ‘en’ begint of niet. Waarom hier echter een bindend voorschrift gegeven, zoolang er althans geen internationale regeling tot stand is gekomen van genoegzaam gezag? In de leer der interpunctie kruisen voortdurend rythmische, grammaticale en strikt mechanische princiepen met elkaar. Er zijn zeker gevallen waarin men b.v. op het doorloopen van den rythmischen stroom wijzen kan door geen komma te plaatsen. B.v. D'eedle Bloeimaent, naer gewente / Met de prilste blaen bekranst, / Pronkt en lonkt en lacht en danst. (Poot). Maar er zijn ook andere, en er zijn zelfs auteurs die het ervoor over hebben in zulke omstandigheden bij voorkeur een geheel nieuwen zin met En te beginnen: juist om zoo het volgende ietwat nasleepende deel een bijzonder reliëf te geven. Voorloopig dus zeker: Vrijheid blijheid!
J.W.