Onze Taaltuin. Jaargang 8
(1939-1940)– [tijdschrift] Onze Taaltuin– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBeen en voet
| |||||
[pagina 188]
| |||||
den voet omvat, zoodat de blaren op den zool van den voet, nog tot het Bein gerekend worden. Maar nu vond hij verder - en dat is nog veel merkwaardiger - een uitlooper daarvan in West-Duitschland, daar vanaf het Rothaargebergte en Sauerland tot aan den Rijn bij Düsseldorf en Wesel, dus in het heele Roer-gebied hetzelfde verschijnsel voorkwam. Doch ook in ons vaderland vinden wij hetzelfde in heel Noord- | |||||
[pagina 189]
| |||||
Holland, de Provincie Utrecht (grootendeels) en een stuk van de Zuid-Hollandsche kust. Dat kan ieder voor zich zelf nagaan in Winklers Idioticon, dat voor het zinnetje uit de Parabel van den Verloren Zoon: ‘Geef hem schoenen aan de voeten’ trouw van Texel tot Soest in Utrecht en tot op het eiland Goeree steeds weer opgeeft: ‘Geef hem schoenen aan de been’. In Taal en Ras (blz. 179-181) heb ik dit alles in kaart gebracht, en dat aan de Slavische Wilten van den ouden Utrechtschen Wiltaburg geweten, en met de vele Prae-Slavische klankparallellen in het Oud-, Middel- en Nieuwnederlandsch in verband gebracht.Ga naar voetnoot1) Om dit echter nog nauwkeuriger te onderzoeken heb ik in een der Vragenlijsten van het Dialectenbureau der Koninklijke Nederlandsche Academie van Wetenschappen te Amsterdam, die zoowel voor Noord- als Zuid-Nederland is rondgezonden, het zinnetje: Hij heeft pijn aan zijn voet laten opvragen. Mijn bedoeling daarbij was te onderzoeken, of dit verschijnsel ook nog verder in ons taalgebied voorkwam. En men ziet op de hierbij-gaande taalkaart het belangwekkend resultaat - mijn assistent, die de plaatsnamen tikte, meende ouderwetsch te zijn, als hij ze met een hoofdletter voorzag. Vrijheid blijheid! - Ten eerste vinden wij dit verschijnsel nog in 60 afzonderlijke plaatsen, waarvan er slechts 9 in Vlaanderen en Zuid-Brabant, één in Zeeland (Elinge) en één in Friesland liggen. En de Sint Jacobaparochie ligt nog in het Hollandsche kolonisatiegebied van de Bildt. Overigens liggen deze plaatsen vooral druk in de oostelijke provinciën van het Zuid-Limburgsche Slenaken tot in Aduard in Groningen. Ten tweede vinden wij hier het heele gebied van Winklers Idioticon terug met slechts eenige cultuurwegen als uitzondering. Vooral Utrecht interesseert ons natuurlijk met den Wiltenburg als zuidelijkste punt. Maar ten derde blijkt die Wiltenburg, gelijk wij vooral uit de frequente tusschenliggende afzonderlijke plaatsen zien, zijn invloed te hebben uitgezonden:
| |||||
[pagina 190]
| |||||
Ook Vondel heeft het woord been in den zin van voet gebruikt: ‘Ick poogh te loopen, en raek 't zant niet met mijn beenen’. Aldus leest men in Ovidius' Herscheppinge bij van Lennep Deel 11 blz. 362. Uitgave der Wereldbibliotheek Deel 7 blz. 467. Het gaat over Coronis die plotseling in een kraai verandert: Plangere nuda meis conabar pectora palmis:
Sed neque iam palmas, nec pectora nuda gerebam.
Currebam: nec, ut ante, pedes retinebat arena,
Sed summa tollebar humo, mox acta per auras
Evehor, et data sum comes inculpata Minervae.
Er is dus geen andere uitleg mogelijk: het Latijnsche pedes is hier vertaald met beenen. De verschillende uitgevers vinden er allemaal een foefje op. En zelfs het Groot Woordenboek heeft hier gefoezeld.
Nijmegen, 8 September 1939. JAC. VAN GINNEKEN. |
|