de studenten de moeite bespaart, een keus te doen uit de groote overvloed van leer- en studieboeken, die er voor de meeste vakken, in verschillende talen verschenen zijn.
Naast de studieboeken wordt nog veelvuldig gebruik gemaakt van zg. klappers, gestencilde dictaten van colleges, door hoogleeraren in de loop der jaren gegeven. Heeft een hoogleeraar zich eens tijdens een college versproken, dan is de kans niet uitgesloten, dat een dergelijke verspreking in een klapper verschijnt, en later op het examen als de hoogste wetenschap wordt verkondigd. Zoo vertelt prof. G. van Rijnberk, in een artikel in het ‘Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde’, dat hij zich in een zijner eerste colleges eens versproken heeft. Hij gewaagde toen van de bom van Berzelius, inplaats van de bom van Berthelot. De verspreking werd in een klapper opgenomen, en nog twintig jaar later spraken tallooze examenslachtoffers van de bom van Berzelius.
De aan de medische faculteiten van de 4 Nederlandsche universiteiten gebruikte leerboeken, verschijnen, zooals prof. van Rijnberk opmerkt, voor een zeer groot percentage in de Duitsche taal. Het aandeel der Nederlandsche medische studieboeken is echter de laatste 20 jaar toegenomen. In 1917 bedroeg het percentage Nederlandsche studieboeken, in gebruik bij de medische faculteiten in ons land, 18%. In 1937 was dit percentage, volgens een statistiek, opgesteld door prof. van der Hoeven Leonhard, gestegen tot 32%, een stijging dus van 78%.
Blijkbaar zijn vooral de in de Duitsche taal verschijnende studieboeken door Nederlandsche vervangen, immers, het percentage Duitsche leerboeken in gebruik bij de medische faculteiten, bedroeg in 1937 47%, terwijl het in 1917 64% bedroeg, hetgeen dus een achteruitgang beteekent van 27%.
De Fransche boeken zijn verdrongen door de Engelsche en Amerikaansche. Het percentage in de universiteitsgidsen aanbevolen Fransche studieboeken daalde in de periode 1917-1937 van 12 tot 8% van het totaal (relatieve daling van 33%), terwijl in de overeenkomstige periode het Engelsche en Amerikaansche aandeel in de studieboeken steeg van 5 tot 13%, hetgeen een relatieve stijging van 160% beteekent.
De in de Nederlandsche taal gestelde boeken handelen vnl. over verpleging, verbandleer, recepteerkunde, verzekeringswezen, terwijl ook handleidingen, woordenboeken en vademecums in de Nederlandsche taal verschenen zijn.
De bij de studie voor tandarts aan de universiteit te Utrecht in gebruik zijnde boeken verschijnen voor 75% in de Duitsche taal, voor 4% in het Fransch, voor 17% in het Engelsch, terwijl hier slechts 5% Nederlandsche boeken, aldus prof. van der Hoeven Leonhard, in gebruik zijn.