een levend wezen. In zijn volledig werk, dat ons tevoren wel grotendeels bekend en dierbaar was, doch dat wij hier beter leren begrijpen en dieper doorvoelen, treedt Gezelle als levend op ons toe. Den dichter en prozaschrijver, den leraar en verteller, den geleerde en den mens gaan we hier goed kennen, bewonderen en liefhebben.
Druk en uiterlijke verzorging zijn aan de inhoud aangepast: eenvoudig en fijn, sierlijk en sober. Pasten weelde en zware waardigheid bij de Vondel-editie, naast diens werken mag men deze editie van onzen tweeden groten dichter gerust op één boekenplank zetten; bij alle frisheid en eenvoud zijn de boekdelen monumentaal.
Hoe monumentaal ook, de editie heeft niets van een dichtergraf, de omlijsting van 's meesters werken met al die inleidingen, verklarende noten enz. heeft niets van een doodskist of neerploffende val van schoppen aarde.
De bewerkers, Prof. Dr. Fr. Baur, P. Allossery en J. De Cuyper, hebben zich met opgewektheid en sympathie, met al hun geestes- en gemoedseigenschappen, met vernuft en kennis, met liefdevol geduld ook, aan hun heerlijke taak gegeven. Het levend monument, voor Gezelle opgericht, is er tegelijk een voor henzelf. In de grote en rijk gevarieerde Gezelle-tuin arbeidden zij als echte kenners en liefhebbers, als goede dienaars van den hovenierszoon-natuurdichter.
De Gezelle-teksten, in hun geheel en in hun onderdelen, werden steeds met de uiterste zorg gekozen en allerzorgvuldigst bewerkt. Men bestudere 't critisch apparaat, de begeleidende tekstcritische beschouwingen, waar beginselen en werkwijze verklaard en verdedigd worden, men ga de geschiedenis na der teksten, vergelijke met hen het vele tevoren onbekende of onontgonnen materiaal in handschrift, men lette nog op 't zeer geringe aantal drukfouten. En toch, levende mensen gaven zich hier aan iets dat leefde voor hen.
De verklarende aantekeningen aan de voet der bladzijden zijn werkelijk een lust om te lezen. Men wordt niet met enkel woordbetekenissen of brokjes ‘vertaling’ afgescheept, maar men doet heel veel op aan taalkunde, dialect, folklore, etymologie, syntaxis, stijl- en versleer. Ze verschaffen boeiende en verrijkende lectuur en aangenaam contact met de bewerkers, die ons op hun beurt nader brengen tot den dichter.
Historische bijzonderheden, uitvoeriger verklaring e.d. zijn ondergebracht bij bredere aantekeningen achterin. Iedere bundel, elk boek ontving bovendien zijn bio-bibliografische inleiding, met 't levendig verhaal hoe deze tekst ontstond, hoe hij begroet werd, hoe de uitgaven op elkander volgden, met belangrijke, altijd weer boeiende beschouwingen over