Bladvulling
‘Max Euwe overziet een sterken paardezet van Aljechin’, zoo luidde de ontstellende titel van een der ‘tournooi’-berichten. Men zal allicht geneigd zijn, hierin een laakbaar Germanisme te zien. Het is mogelijk. Maar daar staat toch ook wel een en ander tegenover. Immers de verslaggever schreef in zijn bericht eronder: ‘Hij zag klaarblijkelijk een sterken paardezet van A. over het hoofd’. De vorm ‘overziet’ is dus blijkbaar een vondst van den opmaker, die de inkomende berichten voor de pers pasklaar maakt, en de vorm is het gevolg van zijn neiging tot ‘verkorting van den taalvorm’. En in de Nederlandsche taal is de samenstelling van een adverbiaal voorvoegsel (c.q. een voorzetsel van een vorm als hier ‘over het hoofd’) met een werkwoord, ook met verschuiving van het accent naar het werkwoord, een heel gewone, nog levende en productieve wijze van woordvorming.
G.S.O.